Ga verder naar de inhoud

Jean Strauwen stamt uit een muzikantenfamilie uit Laken (bij Brussel). Niet alleen zijn grootvader en vader waren muzikanten, ook zijn drie broers waren actief als componist, instrumentalist of muziekleraar. Jean Strauwen studeerde aan het Conservatoire royal in Brussel waar hij de muziektheoretische vakken volgde bij de componisten Gustave Huberti en Edgar Tinel en een Eerste Prijs cello behaalde bij Eduard Jacobs. Zoals zovele andere Belgische componisten nam hij nadien nog privélessen bij Paul Gilson. Later zou hij aan het Brussels Conservatorium zelf leraar notenleraar worden; hij publiceerde ook een notenleer- en harmoniemethode. Daarnaast dirigeerde Strauwen in en rond Brussel verschillende muziekensembles, zoals fanfares en harmonie, en het Cercle Instrumental waarmee hij verschillende muziekconcoursen won.

Naast tal van composities en arrangementen voor de fanfares die hij dirigeerde, schreef hij ook symfonische muziek, kamermuziek, liederen en koren.
Verschillende werken componeerde Strauwen voor het muziekonderwijs, maar dankzij zijn talent wist hij die pedagogische werken toch uit te werken tot boeiende composities.

De Fantaisie pour hautbois et piano schreef hij als verplicht werk voor de Prix Guillaume Guidé. Deze Guidé (1859-1917) was hoboleraar aan het Brussels Conservatorium (tot eind 1910) en daarnaast solohoboïst in de orkesten van de La Monnaie en van de Concerts Populaires, waar hij onder eminente dirigenten speelde. Richard Strauss noemde hem ‘l’excellent poète de l’hautbois’. Guidé was ook een gedreven concertorganisator en van 1900 tot 1914 was hij codirecteur van La Monnaie.
Guidé had deze prijs voor hobo en Engelse hoorn ingesteld voor alumni van het Brussels Conservatorium die in de drie jaar voordien een Eerste Prijs hadden behaald. In 1914 dongen twee concurrenten naar de prijs, Wauty en De Brandt, en het was deze laatste die de prijs unaniem kreeg toegekend.

Strauwen droeg deze virtuoze en rapsodische Fantaisie op aan Fernand Piérard, sinds 31 december 1910 Guidé’s opvolger als hoboleraar in Brussel.

Deze uitgave is een facsimile van een partituur uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (KVC 103154).

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2620, 2022].