Höflich-uitgave: Andante appasionata pour cello et piano (1917) van Emile Wambach
Emile Wambach bracht samen met zijn familie de Eerste Wereldoorlog in ballingschap door, eerst in Nederland en later in Engeland, in 1918 onderbroken door een verblijf in Frankrijk. Dat hij het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, dat hij sinds 1912 als directeur leidde, in handen van tijdelijke vervangers achterliet, kwam hem op het thuisfront op veel kritiek te staan. Zijn verdedigers wezen erop dat Wambach zich tijdens zijn oorlogsballingschap wel verdienstelijk maakte door als violist, pianist, organist en componist mee te werken aan tal van patriottische evenementen en liefdadigheidsconcerten ten voordele van Belgische oorlogsslachtoffers, vaak in samenwerking met andere Belgische culturele en politieke prominenten in ballingschap. Voor die gelegenheden componeerde hij een serie liederen en koorwerken die samen als het ware een muzikale oorlogskroniek vormen.Deze Andante appassionata voor cello en piano, die hij op 27 januari 1917 in Londen voltooide, stamt uit die periode. Wambach toont zich hier met een hartstochtelijke cantilene in de cello van zijn meest lyrische kant. Hij droeg het werk op aan ‘Monsieur E.F. Upward, affectueux souvenir.’ Het is niet duidelijk wie er achter deze opdracht schuil gaat. Is het E.F. Upward die Franse verzen van Charles d’Orléans en Pierre Corneille naar het Engels vertaalde voor de uitgave van twee liederen van Louis Nicole door de Londense uitgeverij Stainer & Bell in 1911? Of gaat het om Edward Finnimore Upward die, na een carrière als schooldirecteur, zich als jurist in Londen vestigde, tot zijn dood in 1932? De gegevens ontbreken om de E.F. Upward te identificeren aan wie Wambach een dierbare herinnering had.
Het werk werd op cd gezet door celliste Beatrijs Schilders en pianist Urbain Boodts (Belgian composers of the Antwerp Conservatory, René Gailly CD87135, 1997 – duurtijd 4’48”).
Het autografisch manuscript van de partituur wordt bewaard in de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (KVC SC 37.363/1-2) en werd geëditeerd door Stijn Saveniers.
Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2601, 2021].