Ga verder naar de inhoud

Zoals pianist en specialist van Vlaamse pianomuziek Jozef De Beenhouwer terecht opmerkte, heeft August De Boeck, op zijn Concerto voor Hans-klavier en orkest (1926-1929) na, geen grootschalige werken voor piano geschreven. Men vindt in zijn oeuvrelijst geen pianosonates, suites, fantasieën of variatiereeksen, wél pianominiaturen die eerder voor huiselijk gebruik bedoeld lijken. Daarmee sluit De Boeck aan bij Lodewijk Mortelmans (1868-1952) wiens pianomuziek ook meer voor de huiskamer dan voor de concertzaal is bestemd. Titels als Valse, Mazurka of Menuet duiden op een voorliefde voor dansante ritmes; andere titels, zoals Pantalonnade, Pasquinade of Soir sur l’eau wijzen op buitenmuzikale inspiratie; en tenslotte zijn er de werken met traditionele genreaanduidingen als titel, zoals Impromptu, Toccata, Scherzo of Prelude. Een apart genre binnen zijn pianoproductie vormen de zowat zeventig pianostukjes die expliciet voor kinderen zijn bedoeld. Het zijn geïnspireerde werkjes die soms toch al een zekere technische vaardigheid vergen.

Deze levendige en geestige Eekhoorndans (Danse des spirous), met reminiscenties aan Debussy’s Jardins sous la pluie, componeerde De Boeck in december 1932. Hij droeg het op aan de (nu onbekende) Hilda Peeters. Het autografische manuscript wordt bewaard in het Letterenhuis in Antwerpen en draagt als titel Spirous, het Waalse woord voor eekhoorns.

De Antwerpse pianiste Mit Scapus (1892-1989) maakte van het werk een versie voor Hans-klavier, een concertpiano met twee klavieren, ontwikkeld door ingenieur en amateurpianist Pierre Hans, die bepaalde virtuoze passages faciliteerde en nieuwe klankkleuren mogelijk maakte. Scapus voerde haar arrangement uit op 12 september 1935 tijdens een Kursaalconcert in Oostende, nadat ze had gesoleerd in De Boecks Concerto voor Hans-klavier en orkest.

De originele versie werd op cd opgenomen door Jozef De Beenhouwer (August De Boeck: selected piano works. In Flanders’ Fields, vol. 46, Phaedra 92064, 2010). De duurtijd van het werk is ca. 3’40”.

Het werk werd gepubliceerd door de uitgeverij van Joris (Georges) Vriamont (1896-1961), een literator met een grote passie voor muziek. Als amateurmusicus studeerde hij bij Paul Gilson en De Boeck en was hij ook actief als muziekuitgever en pianohandelaar.

Herdruk van een partituur uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. De uitgave van deze partituur kadert in het Artesis-onderzoeksproject De negentiende-eeuwse muziekcollectie van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2515, 2015].