Ga verder naar de inhoud

Arthur Meulemans liet een uitgebreid en gevarieerd oeuvre na, waaronder ook drie opera’s: Vikings (1919), Adriaen Brouwer (1925) en Egmont (1944). Voor het muziektheater schreef hij verder ook nog Kinderen van deze tijd (1956), een ‘lekenspel’ in drie bedrijven.

De aanleiding tot het componeren van Egmont was de lectuur van de historische roman Egmont (1942) van Jos Van Rooy (1907-1977), een populaire oorlogsuitgave van het Davidsfonds. Meulemans zag in het boek stof voor een historische opera en vroeg de auteur om uit zijn roman een libretto te distilleren. De tragische figuur van de Graaf van Egmont (1522-1568) en diens strijd tegen de Hertog van Alva sprak tot de verbeelding van wel meer componisten. In 1809 componeerde Beethoven toneelmuziek bij Goethes Egmont en de Franse componist Gaston Salvayre schreef in 1886 een gelijknamige opera. Het verzet van de Nederlanden tegen de Spaanse overheersing is ook de thematiek van opera’s als Duca d’Alba van Donizetti (1839) en Pacini (1841) en komt aan bod in Verdi’s Don Carlos, in de toneelmuziek De Pacificatie van Gent (1876) van Peter Benoit en in de gelijknamige cantate (1876) van Hendrik Waelput.

Meulemans’ keuze voor de figuur van Egmont die streed tegen de inquisitie en de Spaanse overheersing, kan geïnterpreteerd worden als een allegorie voor het verzet tegen de Duitse bezetter en voor de moeilijke oorlogsomstandigheden waarin hij moest werken. In het derde toneel van het derde bedrijf schrijft Egmont in een brief aan Philips II: "De troebelheid der tijden lag op mijn levenswerk." In de opera gebruikt Meulemans ook enkele historische Geuzenliederen, als symbool van het verzet.

Na zijn vertrek in 1942 als dirigent bij de door de Duitse bezetter gecontroleerde Zender Brussel beschikte Meulemans over veel vrije tijd: eind 1943 begon hij aan de opera, en na maandenlang aan een koortsachtig tempo te hebben gewerkt, was het hele werk eind juli 1944 al georkestreerd. Maar daarna bleef het lang stil rond het werk. De opera stond in de Antwerpse Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) geprogrammeerd voor het seizoen 1952-1953, maar die plannen werden afgevoerd. Uiteindelijk vond de wereldcreatie in de KVO plaats op 27 september 1960. Het was een bijzondere opvoering, georganiseerd door de Kultuurraad voor Vlaanderen als hulde aan de componist die een jaar eerder zijn 75ste verjaardag had gevierd. De succesvolle creatie werd gedirigeerd door Frits Celis, toen aan het begin van een mooie carrière als componist en dirigent.

Opvallend is de sterke symfonische aanpak van de opera, een krant blokletterde zelfs: "Symfonisch meesterwerk, geen opera." Egmont bevat verschillende substantiële preludes en interludes die als autonome symfonische composities kunnen worden uitgevoerd. Dat is zeker het geval voor het afzonderlijk gepubliceerde voorspel tot de slotscène, dat Meulemans als een heuse ouverture beschouwde, "zoals Beethoven deed met Fidelio", dixit de componist. Door de ampleur van het stuk lijkt het wel een symfonisch gedicht dat de komende slotscène samenvat. In de hele opera kiest Meulemans met een opvallende solistische en kamermuzikale behandeling van het orkest voor een uitgepuurde orkestratie. In een interview zei Meulemans boutadegewijs "dat er in Egmont meer wit is dan wat anders. Het is zonde voor het mooie papier!"

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 587, 2013].