Ga verder naar de inhoud

In mei-juni 1884 componeerde Edgar Tinel deze bruiloftsmars voor vierhandig piano, en dit ter gelegenheid van het zilveren huwelijksjubileum van Paul Alberdingk-Thym en zijn vrouw Emilia Gfrörer, een bevriend koppel. De oorspronkelijke titel van het werk luidde Jubelmars, maar toen hij in april 1902 het pianowerk voor symfonisch orkest bewerkte, herdoopte hij het als Hochzeitsmarsch. De pianoversie werd in december 1884 gepubliceerd, terwijl de orkestversie in mei 1903 werd uitgegeven, beide door Schott in Brussel.

Tinel had Paul Alberdingk Thym (Amsterdam, 1827 - Kessel-Lo, 1904) leren kennen op 26 december 1876 tijdens een bijeenkomst in Sint-Niklaas van het Davidsfonds (een Vlaamse cultuurorganisatie). Die bijeenkomst, die door Alberdingk-Thym werd voorgezeten en waarop enkele werken van Tinel werden uitgevoerd, was het begin van een dertig jaar durende vriendschap. De uit Nederland afkomstige Alberdingk-Thym had zich na zijn huwelijk met de Duitse Emilia Gfrörer (de oudste dochter van zijn leermeester August-Friedrich Gfrörer) in Leuven gevestigd, waar hij actief was als historicus, publicist en universiteitsprofessor. In 1875 was hij een van de medestichters en tevens de eerste voorzitter van het Davidsfonds.

De musicograaf Paul Tinel, zoon van de componist, schreef over de impact van Alberdingk-Thym op Tinel: "C’était un homme qui, durant une bonne trentaine d’années exerça sur Tinel l’influence la plus bienfaisante, faisant rayonner sur lui le réconfort d’une amitié chaleureuse, toujours prête à soutenir, toujours prête à éclairer. (…) Alberdingk Thym était encore plus qu’un savant, qu’un docte professeur, c’était un chrétien convaincu. Il avait un caractère droit, noble et élevé et était l’ennemi déclaré de tout ce qui manquait de franchise. En Edgar Tinel il avait non seulement rencontré un ami dévoué, mais encore l’homme qui réalisait le plus complètement son idéal d’artiste chrétien. Tinel était pour lui le Fra Angelico de la musique."

Deze solemnele, feestelijke mars in C werd op 8 februari 1903 in de Brusselse Muntschouwburg uitgevoerd door het orkest van de 'Concerts Populaires', gedirigeerd door Sylvain Dupuis. Vermoedelijk was het de eerste uitvoering in de orkestversie. Edmond Evenepoel merkte in Le guide musical van 15 februari 1913 terecht op: "La marche de M. Tinel est un morceau d’orchestre sans prétentions extraordinaires, une de ces œuvres de circonstance qui exigent du compositeur plus de talent qu’on ne pense pour ne point paraître vulgaire."

In zijn boek over de vroege werken van Tinel vermeldt zijn zoon nog volgende anekdote over deze bruiloftsmars: "(…) un musicien fit cette réflexion: “Tout est si clair dans cette oeuvre! Elle ne contient pas de ces dissonances perpétuelles, de ces difficultés comme il s’en présente tant dans la musique à la mode!“ A quoi Edgar Tinel répliqua: “Les dissonances perpétuelles et les difficultés ne viennent qu’après le mariage!” " (Citaten uit: Paul Tinel, Edgar Tinel. Le récit de sa vie et l’exégèse de ses œuvres de 1854 à 1886, Bruxelles: Lombaerts, 1923, p. 62 en 236).

Herdruk van een kopie uit de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen. Voor de partijen, gelieve u te wenden tot de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 567, 2012].