Ga verder naar de inhoud

Höflich-uitgave: Sextet op Oudvlaamse volksliederen voor piano en strijkers (1930-1933)

Jan Dewilde

Het was de Gentse componist, dirigent, muziekleraar en concertorganisator Louis Arschodt (1879-1946), die vermoedelijk ergens rond 1930 vier componisten vroeg om samen een werk voor pianosextet te schrijven gebaseerd op een Vlaams volkslied. Voor de realisatie van dit originele concept sprak hij naast zijn neef Oscar Roels (1864-1939) ook Joseph Ryelandt (1870-1965), Arthur Meulemans (1884-1966) en Jef Van Hoof (1886-1959) aan.

Voor zijn bijdrage koos Jef Van Hoof als uitgangspunt het volkslied Het daghet in den Oosten, een ballade over een jonge vrouw die na de dood van haar geliefde in een klooster intreedt. De eerste gedrukte versie van het lied verscheen in het Antwerps liedboek (1544). Van Hoof componeerde dit sextet meer dan waarschijnlijk in 1930; in dat jaar schreef hij ook het orkestwerk Parafrase op ‘Het daghet in den Oosten’, maar het is niet duidelijk of hij eerst de versie voor orkest of die voor pianosextet schreef.
In mei 1933 componeerde Joseph Ryelandt zijn aandeel, waarin hij vier variaties schreef op Ach Tjanne, een verhalend lied over een overleden moeder die vanuit het graf contact houdt met haar kinderen. Uit Ryelandts autobiografische geschrift Notices sur mes oeuvres weten we dat zijn werk als tweede deel bedoeld was.

Voor zijn aandeel bewerkte Arthur Meulemans in de zomer van 1930 twee volksliederen: Zeg kwezelken, wilde gij dansen, een populair spotlied waarin een vrome vrouw wordt uitgedaagd om te dansen, en Hasselts meiliedeken, een charmant en vrolijk lentelied.

Het is niet duidelijk of Oscar Roels zijn bijdrage heeft geleverd; alleszins is zijn deel onvindbaar. Meer dan waarschijnlijk werd dit groepswerk nooit uitgevoerd – dat is onder meer ook af te leiden uit het schetsmatige manuscript van Ryelandt.
Op basis van de handschriften, die op drie verschillende plaatsen bewaard worden, konden Alex Welleman en Jozef De Beenhouwer in 1987 dit werk reconstrueren, zij het zonder het deel van Roels. Deze uitgave is een facsimile van hun reconstructie, die op 20 april 1988 werd gecreëerd tijdens het jaarlijkse herdenkingsconcert ter ere van Peter Benoit (1834-1901) in het Koninklijk Vlaams Conservatorium (Antwerpen, Blauwe Zaal van deSingel). Uitvoerders waren toen Adam Korniszewski en Ivo Lintermans (viool), Marc Tooten (altviool), Luc Tooten (cello), Jan Buysschaert (contrabas) en Jozef De Beenhouwer (piano).

Duurtijd: ca. 15 minuten.

Deze uitgave is een facsimile van een partituur uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (MS 168.151)

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2611, 2022].