Ga verder naar de inhoud

Decennia lang heeft Arthur Meulemans als componist, dirigent en pedagoog een bepalende rol gespeeld in het Vlaamse muziekleven. Onmiddellijk na zijn studies bij Edgar Tinel aan het Lemmens Instituut in Mechelen werd hij aan die zelfde instelling aangesteld als leraar harmonie. Van 1916 tot 1930 was hij directeur van de Limburgse Orgel- en Zangschool om dan naar Brussel te verhuizen waar hij dirigent werd van het omroeporkest. In die hoedanigheid dirigeerde hij veel nieuwe Belgische en internationale muziek. Aangespoord door de dagelijkse omgang met het orkest componeerde hij een indrukwekkende reeks symfonische werken. Meulemans liet overigens een zeer omvangrijk oeuvre na: meer dan honderd orkestwerken (waaronder vijftien symfonieën en meer dan veertig concerterende werken), drie opera’s (Adriaan Brouwer, Vikings en Egmont, alle uitgevoerd in de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen), elf missen, drie Te Deums, oratoria, cantates, religieuze en profane koormuziek, orkest- en pianoliederen, kamermuziek en piano-, orgel- en beiaardcomposities.

Een aparte plaats nemen zijn openluchtspelen in. Het bekendste is Sanguis Christi, een indrukwekkende partituur geschreven voor de evocatie van het Heilig Bloedspel in Brugge. Meulemans dirigeerde het werk meer dan vijftig keren, met groot succes.

Een van Meulemans’ populairste orkestwerken is het driedelig symfonische gedicht Plinius’ fontein uit 1913, twee jaar vóór Ottorino Respighi zijn Fontane di Roma componeerde. Meulemans noemde zijn werk naar een fontein die zich in Tongeren (Belgisch Limburg) bevindt en genoemd is naar de Romeinse wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 na Christus). In zijn Historia Naturalis schreef Plinius die fontein geneeskundige krachten toe.

Meulemans liet het werk vergezeld gaan van een beknopte uitleg die eerder sfeerscheppend dan programmatisch is:
1. (Moderato) Zomermorgen: Gestadig de bron! De zomermorgen ontbloeit tot volle zon.
2. (Con moto) In de schemering: Hoorngeschal… en de schemering valt in. De religieuze atmosfeer en de diepte van het menselijke hart.
3. (Allegro animato) Nachtfeest: de vreugde van het leven. Te middernacht, de retraite.’

Zomermorgen is een volgehouden crescendo waarin de kopers de ochtendnevel wegblazen en de zon doen schijnen. Schemering ademt een pastorale, soms zelfs relgieuze sfeer en evoceert natuurgeluiden (de avondvogel, de avondklok, het stromen van water). Het slotdeel Nachtfeest is een briljant scherzo dat bij momenten uitbundig aan het walsen gaat.

Plinius’ fontein werd pas zestien jaar na ontstaansdatum gecreëerd: op 28 april 1929 dirigeerde Meulemans in de Bourlaschouwburg in Antwerpen de wereldpremière in de reeks ‘Vlaamse concerten.’ Het werd een van zijn meest uitgevoerde orkestwerken.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 503, 2005].