Ga verder naar de inhoud

De Rapsodie dahoméenne is zonder twijfel het populairste orkestwerk van August De Boeck. Hij schreef de rapsodie toen hij pas 28 was en na La Ronde du Sabbat was het nog maar zijn tweede symfonische werk.

Het aanstekelijke hoofdthema tekende De Boeck op toen hij op een zondagnamiddag in juli 1893 in Brussel een groep musici uit Dahomey (het huidige Benin) aan het werk hoorde. Op het manuscript zou De Boeck nadien noteren: 'Tous les thèmes sont garantis sur facture.’ Zijn vriend en mentor Paul Gilson (1865-1942) was hiervan blijkbaar getuige, want hij vertelde later aan de muziekuitgever Joris Vriamont: "Celui-ci [Gilson] rencontra un jour De Boeck qui, ayant raté son dernier train, avait échoué dans un music-hall du centre où un orchestre de Dahoméens faisait fureur. Il fut frappé par cette musique aux rythmes saccadés, ponctués par des instruments à percussion et prit des notes: "Vois donc, confia-t-il à son ami, quels beaux thèmes j’ai en réserve." Gilson examine et répond enthousiasmé: "Donne-moi cela, je vais en faire quelque chose d’épatant." De Boeck lui arrache les notes des mains: "Non, mon vieux, je garde cela pour moi." '"

Wat er ook van deze ontstaansgeschiedenis zij, Afrikaanse muziek is wel zeer ver te zoeken in deze vitalistische orkestrapsodie, die gekenmerkt wordt door snelle afwisseling van motieven en kleuren. Het hoofdthema en de nevenmotieven worden aan een hoog tempo gevarieerd in verschillende tessituren en instrumentengroepen. De enorme vaart van het werk wordt in het lyrische middendeel even onderbroken door een zangerige melodie die een verbreding is van de beginmaten.

De Rapsodie dahoméenne werd onder de leiding van Constant Lenaerts gecreëerd op 18 maart 1894 in Antwerpen tijdens de Volksconcerten. Het werk was een instant succes en de populariteit zou blijven duren, tot de dag van vandaag. In zijn memoires Notes de musique et souvenirs (1942) schreef Gilson dat na de creatie het ‘effet fulgurant’ De Boeck ‘au rang d’un Rimski Korsakow’ plaatste: "L'ingéniosité et le pittoresque des combinaisons instrumentales de ce morceau restent encore aujourd’hui d’un surprenant intérêt."

De Boecks rapsodie is op cd te beluisteren in opnamen door het Vlaams Radio Orkest o.l.v. Marc Soustrot (Flemish connection VII, Et’cetera KTC 4024), het BRTN Filharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Rahbari (Flemish Rhapsodies, Talent DOM 2911 87) en het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen o.l.v. Frédéric Devreese (August De Boeck, Naxos 8.553604). In een versie voor harmonieorkest werd het werk opgenomen door de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen, gedirigeerd door Yvon Ducène (René Gailly CD86 018).

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 585, 2013].