Ga verder naar de inhoud

Con moto: Ritme van horizonnen - ochtend
Allegro vivo assai (Scherzo): De heide bloeit
Sostenuto: Bosschage - onder de dennen
Allegro con brio (finale): Zon over de heide

Arthur Meulemans componeerde zijn zevende van vijftien symfonieën in het oorlogsjaar 1940. Hij begon de compositie op 21 april 1940 en op 6 juni was hij met het componeren klaar. Het orkestreren nam hem van 2 juli tot 6 augustus in beslag. Al op 20 oktober 1940 vond in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel de wereldcreatie plaats. Meulemans dirigeerde toen een programma dat exclusief aan zijn werk was gewijd. Naast de creatie van zijn Zevende Symfonie, beleefden nog drie andere recente composities hun première: het Concerto voor hoorn (1939), met Maurice Van Bocxstaele als solist, Zee-cyclus voor sopraan en orkest (1939), met Germaine Teugels als sopraan, en Adagio voor strijkorkest (1939). Het programma werd vervolledigd door de ouverture tot zijn opera Vikings (1921), de cyclus De eenzame weg voor gemengd koor, recitant en orkest (1923) en het orkestwerk Wiener Walzer (1935). Tijdens dit concert stond Meulemans aan het hoofd van het Symfonisch Orkest van Zender Brussel. Zo heette het nationale radio-orkest tijdens de Duitse bezetting.

Meulemans’ Zevende Symfonie werd goed onthaald en er volgden nog verschillende uitvoeringen. Op 22 mei 1941 bracht Meulemans in Mechelen met hetzelfde orkest een tweede uitvoering en op 7 april 1947 dirigeerde hij in Maastricht het Maastrichts Stedelijk Orkest in wat meer dan waarschijnlijk de derde uitvoering was. Tien jaar later, in 1957, werd het werk uitgevoerd door het Limburgs Symfonieorkest onder de leiding van Andre Rieu sr, een concert dat op de radio werd uitgezonden. In 1996 werd de symfonie op cd opgenomen door het VRT-Filharmonisch Orkest, gedirigeerd door Silveer Van den Broeck. (De cd werd in 1998 op het NAXOS-label uitgebracht onder de titel Romantische symfonische muziek van Vlaamse componisten.)

Meulemans heeft verschillende van zijn symfonieën een extra-muzikale titel en soms ook een korte programmaverklaring meegegeven. Zo heet de vijfde de Danssymfonie, de tiende Psalmensymfonie en de dertiende de Rembrandtsymfonie. Daarnaast haalde hij ook graag zijn inspiratie uit de natuur. Na de Dennensymfonie (nr. 3), volgde er een symfonische natuurtriptiek met Zeesymfonie (nr. 6), Zwaneven, een heidesymfonie (nr. 7) en Herfstsymfonie (nr. 8).

Waar hij in de zesde en de achtste symfonie ook vocale momenten integreert, is de zevende louter symfonisch. Niettegenstaande de titels en verklarende ondertitels, die herinneren aan de heidelandschappen en dennenbossen uit zijn jeugd, is dit volstrekt absolute muziek, waarbij hij vooral op zoek gaat naar subtiele sonoriteiten in het orkest. In deze symfonie verzoent Meulemans de harmonische vaagheden en de orkestrale nuances van het impressionisme met een stevige constructie, klassieke structuren, lineaire klaarheid en een vitalistische ritmiek. In het manuscript van de symfonie, dat wordt bewaard in de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen, gaf Meulemans als richtsnoer voor de uitvoeringstijd van de verschillende delen: 6’, 6’, 7’ en 5’.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 541, 2009].