Ga verder naar de inhoud

August De Boeck behoorde tot een opmerkelijke generatie getalenteerde en succesvolle Vlaamse componisten, samen met, onder anderen, Paul Gilson (1865-1942), Lodewijk Mortelmans (1868-1952) en Joseph Ryelandt (1870-1965). Elk op hun manier zochten ze, in meer of mindere mate, naar nieuwe klankwerelden om het laatromantisch idioom te verrijken. In het geval van De Boeck vond hij die nieuwe klanken in de Russische partituren die zijn vriend en mentor Gilson hem leerde kennen. Later in zijn carrière kreeg hij meer voeling met de Franse muziek, met invloeden die reiken van César Franck tot een (bij momenten getemperd) Debussyaans impressionisme.

De Boeck liet een uitgebreid en gevarieerd oeuvre na van meer dan 350 werken, waarvan er een zeventigtal spoorloos zijn – De Boeck ging immers bijzonder negligent met zijn handschriften om. Ook de partituur van deze Élégie was lange tijd zoek, tot het autografische manuscript per toeval werd ontdekt in de muziekbibliotheek van de Omroep, toen dirigent Edmond Saveniers op zoek ging naar de orkestraties van liederen van De Boeck. De aantekeningen op de partijen tonen wel dat het werk ooit werd uitgevoerd, meer dan waarschijnlijk dus door een van de radio-orkesten. Saveniers werd getroffen door de schoonheid van deze schrijnende klaagzang en nam het werk in 1994 met het Euregio Jeugdsymfonieorkest op. Deze opname is te beluisteren op de cd August De Boeck (1865-1937). French songs and orchestral music (Phaedra, In Flanders’ Fields, vol. 5).

Het is niet duidelijk wanneer De Boeck dit werk heeft gecomponeerd. Een versie voor piano verscheen in 1921 onder de titel Treurdicht - Élégie in zijn door Schott frères in Brussel uitgegeven bundel Ariettes (Kinderdeuntjes), maar we konden niet achterhalen welke versie eerst werd gecomponeerd.

Duurtijd: ca. 4’50”.

Deze partituur werd gerealiseerd door Simon De Paepe die met het orkest Con Spirito dit werk op 24 oktober 2019 uitvoerde in de Blauwe Zaal van deSingel in Antwerpen tijdens het festival Stadsklanken XIX.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2583, 2020].