Ga verder naar de inhoud

Marinus de Jong (1891-1984) liep al lang met het plan rond om een ‘Vlaamse Carmina Burana’ te componeren op basis van het ‘spreekwoordenschilderij’ (1559) van Pieter Bruegel, toen hij in Bert Peleman (1915-1995) eindelijk de geschikte tekstschrijver vond.

Daarna ging het vlug en in 1959 – vierhonderd jaar na het voltooien van het beroemde schilderij – beëindigde hij zijn Proverbia Bruegeliana op. 121, dat hij als ondertitel ‘Vlaams humoristisch zangspel’ meegaf. De boodschap die de Jong en Peleman in dit spitante werk meegeven is: de wereld mag dan al verkeerd draaien, bij Bruegels spreekwoorden is veel wijsheid te vinden om daarmee om te gaan. Daarin lijken ze vooral de nadruk te willen leggen op niet ‘hoog van de toren blazen’: ‘krommen moet g’u, kunnen bukken, wilt gij in het leven lukken’, zo luidt het in het begin. Het tweede deel lijkt wel een Vlaamse kermis waarbij Bruegels spreekwoorden defileren op volksliedmelodieën. En de Jong zou de Jong niet zijn, mocht hij zijn eretitel van ‘Vlaamse Bach’ geen eer hebben willen aandoen: naar het slot toe werkt hij een grootse fuga uit, om dan te eindigen met een koraal: ‘De wereld draait verkeerd, bij Bruegel dient de les geleerd.’

Proverbia Bruegheliana, Vlaams humoristisch zangspel: voor gemengd koor, soli en orkest naar het beroemde spreekwoordenschilderij van Pieter Bruegel, op. 121
(naar het beroemde spreekwoorden-schilderij van Pieter Brueghel op tekst van Bert Peleman)

Tekstfragment uit het eerste deel: De verkeerde wereld.

Reeds Breugel heeft het ons geleerd
“DE WERELD DRAAIT ZO VAAK VERKEERD”
Wat op die Wereld al geschiedt
verborg de grote Pieter niet.
Bekijk zijn doek vol ernst en lol
vol spreuken rond een wereldbol…
helaas: de wereld draait verkeerd
en bovendien… zo gek gesmeerd.
Doorgrond wat elke spreuk beduidt:
Pluk wijselijk het levenskruid
Al draait de wereld ook verkeerd:
bij Bruegel dient de les geleerd:

MEN MOET ZICH KROMMEN...

Wilt gij door de wereld komen,
dient dit hard besluit genomen:
krommen moet g’u, kunnen bukken,
wilt gij in het leven lukken;
Wie het hoofd te hoog gaat dragen,
zal het zich gekneusd beklagen.
Wie niet leerde braaf te bukken,
strompelt stellig ooit op krukken.
Want alleen wie zich kan krommen,
liefst al lachend zonder brommen,
weet de wereld door te komen,
Bruegel’s raad in acht genomen.