Ga verder naar de inhoud

De Pauw, Jean-Baptiste

° Brussel, 30/03/1852 — † Bussum (NL), 10/06/1924

Biografie

Annelies Focquaert

Zijn beide ouders waren kunstzinnig aangelegd: vader Livin Fortuné was musicus, literator en grafisch kunstenaar, moeder Louise was zangeres. Jean-Baptiste kreeg zijn eerste muzieklessen thuis en maakte al op 7-jarige leeftijd (1859) zijn openbaar debuut als pianist in Brussel. In 1864 werd hij aangenomen als leerling in de pianoklas van Alphonse Mailly aan het Conservatorium van Brussel, waar hij in 1869 de eerste prijs behaalde. Intussen volgde hij ook lessen harmonie en partituurlezen bij Charles Bosselet en Adolphe Samuel (eerste prijs in 1868). In de orgelklas van Alphonse Mailly behaalde hij zijn eerste prijs orgel in 1872, gevolgd door het ‘Diplôme de Capacité’ of de ‘Prix d’Excellence’ in 1873. Compositieles volgde hij bij Fétis (eerste prijs in 1870) en nadien bij Gevaert. In oktober 1871, nog voordat De Pauw zijn eerste prijs orgel had behaald, werd hij al assistent van Mailly. In 1872 werd De Pauw aangesteld als titularis van het Schyven-orgel van de Sint-Bonifatiuskerk in Elsene, waar ook enkele van zijn religieuze werken werden uitgevoerd.

Hij profileerde zich als componist en nam verschillende keren deel aan de Prix de Rome-wedstrijd: eerst met La Sirène (1875), dan met La Cloche Roeland (1877, tweede prijs), om tenslotte opnieuw een tweede prijs te winnen (de jury kende de Prix de Rome dat jaar niet toe) met zijn cantate Camoëns. In dezelfde periode componeerde De Pauw verschillende sonates, symfonieën, liederen en cantates, maar daarvan werd niets uitgegeven. Na zijn aanstelling als ‘concert-organist’ van het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam, op 1 december 1879, verschoof zijn werkgebied grondig. In deze concertzaal had de Franse orgelbouwer Cavaillé-Coll in 1875 zijn eerste instrument in Nederland geplaatst en de post was belangrijk voor de invloed van de Frans-Belgische orgelmuziek in Nederland. De Pauw nam afscheid van Brussel en vestigde zich in Amsterdam, waar hij wekelijks orgelconcerten gaf en bijdroeg aan de uitstraling van het Amsterdamse concert- en orkestleven. Toen in 1895 het orkest van het Paleis voor Volksvlijt werd opgeheven, verdween ook zijn aanstelling.

Vanaf dan verschoof zijn carrière volledig naar het onderwijs. Hij was al betrokken geweest bij de oprichting van het Conservatorium van Amsterdam in 1884, waar hij was aangesteld als piano- en orgelleraar. In 1895 werd hij ook aangesteld als pianoleraar in de Muziekschool voor Toonkunst van dezelfde stad. Al deze functies behield hij tot vlak voor zijn dood. Onder zijn piano- en/of orgelleerlingen bevinden zich Cornelis De Wolf, Jan Nieland, Evert Cornelis, Marius Monnikendam, Cor Kee en de broers Hendrik en Willem Andriessen. In 1912, toen hij zestig werd, ontving hij van de Belgische regering de Leopoldsorde.

Voor orgel schreef hij een Rêve d’Amour, opgedragen aan zijn echtgenote (1882); voor piano publiceerde hij Trois Morceaux Caractéristiques pour le piano, die hij ook regelmatig op orgel speelde (onder de titels Gavotte, Courante en Intermezzo). Buiten de drie cantates voor de Prix de Rome schreef hij nog twee symfonieën, Prélude et Fugato voor piano, Quatre pièces pour piano et violon (1898), en twee liederen La Jeune Fille en Berceuse. Van de vele orgeltranscripties die hij maakte, is enkel zijn versie van de Treurmars uit het oratorium Franciscus van Tinel uitgegeven (1898); manuscripten zijn er niet bewaard.

Inleiding bij de partituur Rêve d'amour van J.B.C. De Pauw (1924).

Bibliografie

Anderen over deze componist

  • Cornelis, E.: Jean Baptiste Charles De Pauw (1852-1924), Ridder in de Leopoldsorde, / Chevalier de l'ordre de Léopold, inleiding bij de partituur Rêve d'amour van J.B.C. De Pauw (Amsterdam: Seyffardt, 1924).
  • de Lange, D.: J. B. C. de Pauw, in: Nieuws van den Dag [Amsterdam], 9 december 1904, facsimile in René Verwer: Cavaillé-Coll en Nederland, Alphen aan den Rijn, 2009, p. 400-402.
  • de Wolf, C.: In memoriam J.B.C. De Pauw 1852-1924, in: Het Orgel, jrg. 21, nr. 9, juni 1924, p. 70.
  • Roquet, F.: De Pauw, Jean-Baptiste Charles, in: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 236-237.
  • Verwer, R. en de Kler, H.: Jean-Baptiste de Pauw, in: Het Orgel, jrg. 101, nr. 4, 2005, p.4-46.
  • Verwer, R.: Intermezzo: Jean-Baptiste de Pauw, in: Cavaillé-Coll en Nederland, Alphen aan den Rijn, 2009, p. 155-195, 320-327.

Historische teksten

Inleiding bij De Pauws orgelpartituur Rêve d'amour

Evert Cornelis

Jean Baptiste Charles de Pauw werd den 31sten Maart 1852 te Brussel geboren als zoon van den conservator-musicus Liévin de Pauw. Reeds op jongen leeftijd kwam hij op het Brusselsche Conservatorium, waar hij het voorrecht had van mannen als Fétis (toenmaals directeur), Gevaert en Mailly onderwijs te ontvangen.

Daniël de Lange over De Pauw

Daniël de Lange

Heden, 8 December [1904], is 't juist vijf-en-twintig jaren geleden dat onze voortreffelijke kunstbroeder Jan Baptiste Charles de Pauw voor het eerst als organist van het Paleis voor Volksvlijt hier te stede optrad.

Heb je een vraag of heb je een foutje opgemerkt? Zoek je een partituur?

Of heb je zelf nog meer informatie over deze persoon, contacteer ons dan.