Ga verder naar de inhoud

De Stoop, Johan

° Brugge, 7/02/1824 — † Roeselare, 30/10/1898

Biografie

Jan Dewilde

De pianist, organist, muziekleraar en componist Johan De Stoop stamt uit een muzikale familie. Zijn vader, Frans De Stoop, gaf hem zijn eerste muzieklessen. Daarna studeerde hij harmonie bij de Brugse componist Jules Busschop.

De Stoop bekleedde verschillende functies in het West-Vlaamse muziekleven. In 1848 werd hij organist aan de Brugse Sint-Gilliskerk, waar zijn vader zangmeester was, en vanaf het schooljaar 1856-1857 tot 1885 was hij muziekleraar aan het Kleinseminarie in Roeselare. Daar werd hij, zoals Gezellebiograaf Michel Van der Plas hem noemde, "Gezelles muzikale vriend en animator." Met Gezelle wou hij een Vlaams-christelijke kunstbeweging oprichten en ijverde hij voor het herstel van de kerkzang en het gregoriaans. Hij zette ook verschillende van Gezelles teksten op muziek, sommige al kort na het verschijnen, zoals 't Ruischen van het ranke riet. In het blad Reinaart de Vos van 29 juli 1860 verscheen het spotlied Ic was so langhe Slikman, getekend "G. en J. Spoker", alias Gezelle en De Stoop.

In 1862 werd De Stoop dirigent van de 'Société de Sainte-Cécile', een flexibel ensemble dat in het seminarie zowel als symfonisch orkest, harmonie of fanfare kon optreden. Voor dat orkest schreef hij veel gelegenheidswerken, zoals in 1871 de cantate Le concile. Onder invloed van de Groote Stooringe van Albrecht Rodenbach componeerde hij in 1875 onder andere Het lied der Vlaamsche zonen, Ei, ei, ei in vriendenkryngen en Klokke Roeland.

Later besteedde hij meer aandacht aan liturgische muziek. Al in 1859 had hij Liber Canticorum uitgegeven, waarmee hij pleitte voor een waarachtige religieuze muziek. In 1871 volgde dan de Traité de chant liturgique. Drie jaar later publiceerde hij Treurzangen of lamentatiën van Jeremias.

Met zijn Recueil de chants ijverde hij zoals zovele collega's uit de 19de eeuw voor een muziekonderwijs dat vooreerst aandacht besteedde aan het zingen en dan pas aan de muziektheorie. Voor De Stoop was het lied een belangrijk instrument in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.

Bibliografie

Anderen over deze componist

  • De Bruyne, M.: De Stoop, Johan, in: Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge, 2001, p. 79 en 82.
  • De Bruyne, M.: Stoop, Johan de, in: Nationaal biografisch woordenboek, dl. 5, Brussel, 1972, kol. 839-845.
  • Thys, A.: Jean De Stoop, in: Historique des sociétés chorales de Belgique, Gent, 1855, p. 176.
  • Van Der Plas, M.: Mijnheer Gezelle. Biografie van een priester-dichter, Tielt, 1998, p. 163 en 403.

Heb je een vraag of heb je een foutje opgemerkt? Zoek je een partituur?

Of heb je zelf nog meer informatie over deze persoon, contacteer ons dan.