Peeters, Flor
Biografie
Annelies Focquaert
Flor Peeters werd in 1903 geboren in het Kempense Tielen als jongste kind uit een gezin van 11. Zijn vader, die postmeester en koster-organist was, stierf toen Flor zeven jaar oud was. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van zijn broers; op zijn achtste speelde hij voor het eerst de mis op het orgel van zijn parochie. Zijn eerste composities dateren vanuit zijn schooltijd, hij studeerde tijdens deze periode ook viool en orgel. In 1919, op zijn zestiende, startte hij zijn studies aan het Lemmensinstituut, waar hij les kreeg van Oscar Depuydt (orgel), Jules Van Nuffel (Gregoriaans en analyse) en Lodewijk Mortelmans (contrapunt en fuga). Hij behaalde in recordtempo zijn diploma: op vier jaar in plaats van acht.
In 1923 werd hij organist van de Sint-Romboutskathedraal te Mechelen, een functie die hij zou uitoefenen tot aan het einde van zijn leven. Vanuit deze betrekking richtte hij samen met Jules Van Nuffel het beroemde Sint-Romboutskoor op. Bij het overlijden van Oscar Depuydt in 1925 werd Peeters, die met zijn 22 jaren jonger was dan de meeste van zijn leerlingen, aangesteld als orgelleraar aan het Lemmensinstituut. Hij had contacten met Widor en Dupré en onderhield een briefwisseling met Charles Tournemire. Vanaf het begin van de jaren '30 begon een internationale carrière zich af te tekenen: hij maakte tournees in Denemarken, Nederland en Duitsland.
In 1931 werd hij aangesteld als orgelleraar aan het Conservatorium van Gent, tegen de wil van toenmalig directeur Martin Lunssens, die er liever zijn oud-leerling Charles Hens had gezien, maar daarin werd tegengehouden door een tussenkomst van Koningin Elisabeth, ten voordele van Peeters. In 1939 kwam hier nog een post als orgelleraar in Tilburg bij. Wereldoorlog II zette een rem op Peeters' les- als concertpraktijk, maar betekende geen oponthoud voor zijn componeren: vlak na de bevrijding werden zowel zijn Concerto voor orgel en orkest als zijn Te Deum gecreëerd.
In 1946 trok hij op concertreis naar Amerika en Canada, de eerste van een lange reeks tournees over de hele wereld die hem een grote, niet aflatende naam en faam opleverden. Twee jaar later nam hij afscheid van Gent om orgelleraar te worden aan het Antwerpse Conservatorium, waar hij in 1952 directeur werd. Onder zijn leiding groeide de orgelklas exponentieel aan en kreeg ze een groot internationaal aanzien; als directeur verwezenlijkte hij de bouw van het nieuwe Conservatorium. In dat jaar verscheen ook zijn bekende en invloedrijke Ars Organi, een orgelmethode die de neo-barokke inzichten goed vertegenwoordigt.
Tussen 1952 en 1960 ging een aanzienlijk deel van Peeters' tijd op aan uitputtende concerttournees, die hij combineerde met zijn post in Sint-Rombouts en als directeur in het Antwerpse Conservatorium. In 1968, hij was dan 65, ging hij op pensioen. De Belgische regering (minister van Elslande) vond echter dat Peeters niet zomaar mocht ophouden en stelde voor om een jaarlijkse Internationale Orgel-meesterklas in Mechelen te organiseren, die hij zou leiden. Peeters nam dit graag aan en zou op die jaarlijkse masterclasses vele internationale jonge talenten onderwijzen. In 1971 ontving hij een eredoctoraat van de Leuvense Universiteit en werd hij in de adelstand verheven tot 'baron Flor Peeters'. Door aanhoudende rugproblemen moest hij in 1978 stoppen met orgelspelen. Hij overleed op zijn verjaardag, op 4 juli 1986.
Zijn oeuvrelijst omvat 140 opusnummers, waarvan het merendeel werken voor orgel (Sinfonia per organo, Vlaamse Rapsodie, Modale Suite, Lied-Symphonie, Concerto voor orgel en orkest), maar ook werken voor piano, beiaard, kamermuziek, vocale muziek (10 missen, liederen, Te Deum), een concerto voor orgel en piano en verschillende pedagogische werken (Ars Organi). Hij gaf ook verscheidene anthologieën uit van orgelmuziek (Anthologia per Organo, Old Netherlands masters for the Organ).
Het orgelwerk van Flor Peeters groeide vanuit twee tegengestelde tradities. Aan de ene kant is er de symfonische traditie van Tournemire, Dupré en Franck, die hem vooral beïnvloedde in zijn vroege composities zoals de Symphonische fantasie opus 13 en de Vlaamse Rhapsodie opus 37. Aan de andere kant is er de polyfone traditie van de renaissance en de barok, die vooral zijn latere werken kenmerkt, zoals zijn Hymn preludes for the Church year (in 24 volumes) . Daarnaast valt vooral zijn voorliefde voor het gregoriaans, modaliteit en oude Vlaamse meesters op, waarbij toch ook steeds gebruik wordt gemaakt van meer hedendaagse idiomen als polyritmie en polytonaliteit. Zijn orgelwerken kenden vooral in Amerika een zeer ruime verspreiding en populariteit, die tot op vandaag geldig blijft.
Audio en video
Overweging op. 17 uit 'Intieme stonden'
Finale Orgelconcerto Op. 52
Schönster Herr Jesu
Bibliografie
Eigen werk
- Peeters, F. en Vente, M.: De Orgelkunst in de Nederlanden van de 16de tot de 18de eeuw, Antwerpen, 1971.
- Peeters, F.: Lemmenshulde, in: Musica Sacra, september 1951, p. 102-106.
- Peeters, F.: The Organist's Repertory. 10: César Franck's Organ Music, in: The Musical Times, jrg. 113, nr. 1550, april 1972, p. 395-397.
- Peeters, F.: César Franck's Organ Music: 2. Interpretation, in: The Musical Times, jrg. 113, nr. 1551, mei 1972, p. 499-500.
Anderen over deze componist
- Bate, J.: Peeters, Flor, in: The New Grove, via www.oxfordmusiconline.com
- Bate, J.: Flor Peeters at 70, in: Musical Times, jrg. 114, nr. 1560, 1 februari 1973, p. 185-186.
- Beechy, G.: The organ music of Flor Peeters, in: The Quaterly Record, nr. 207, april 1967, p. 72–86.
- Buyssens, M.: Bibliografie Meester Flor Peeters, s.l., 1971.
- Corbet, A. en Paap, W.: Peeters, Flor, in: Algemene Muziekencyclopedie, dl. 5, Amsterdam, 1961, p. 451-457.
- D'Hooghe, K.: 60 jaar Flor Peeters, in: Musica Sacra, jrg. 64, nr. 3, september 1963, p. 131-139.
- D'Hooghe, K.: Flor Peeters (4 juillet 1903 - 4 juillet 1986), in: L'Orgue, nr. 207, juli-augustus-september 1988, p. 15.
- Donnell Blackham, E.: An analytical study of the formal treatment of the cantus firmus in 30 Chorale Preludes by Flor Peeters, thesis aan de Brigham Young University (Provo, Utah, USA), 1962.
- Duyck, M.: Flor Peeters, in: Turnhoutse koorcomponisten van de 16e eeuw tot vandaag, Turnhout, s.d., p. 86-88.
- Fenlon, I.: Peeters, Flor, in: The New Grove, 2e uitgave, dl. 19, New York, 2001, p. 285-287.
- Florquin, J.: Ten huize van … Flor Peeters, in: Ten huize van... 1, Leuven [Brugge], 1971, p. 351-370, via www.dbnl.org/tekst/flor007tenh01_01/flor007tenh01_01_0019.php?q= , online op 20 oktober 2010.
- Giles, W.: The organ music of Flor Peeters, in: Journal of Church Music, jrg. 9, 1967, p. 8-10, 43.
- Goffinet, L.: Een monumentaal orgelwerk van Flor Peeters - 70 koraalvoorspelen, in: Musica Sacra, jrg. 59, nr. 3, september 1958, p. 107-116.
- Hesford, B.: A Companion to Flor Peeters's Opus 100, in: Musical Opinion, jrg. 100, nr. 1192, februari 1977, p. 256-257 (vervolgt in latere nummers - laatste en zesde deel in Musical Opinion, jrg. 100, nr. 1197, p. 497-499).
- Hesford, B.: The organ works of Flor Peeters, in: Musical Opinion, jrg. 100, nr. 1199, september 1977, p. 603; jrg. 101, nr. 1201, november 1977, p. 49-57; jrg. 101, nr. 1202, p. 101-110.
- Hofmann, J.: A Study of Pedagogical Values found in Selected Organ Works of Flor Peeters, thesis aan de University of Rochester, NY, USA, 1973.
- Hofmann, J.: Flor Peeters – His life and his organ works, New York, 1978.
- Lade, J.: The organ music of Flor Peeters, in: The Musical Times, jrg. 109, nr. 1505, juli 1968, p. 667-669.
- Leytens, L.: Peeters, Flor, in: MGG, Personentheil, dl. 13, Kassel, 2005, p. 242-243.
- Marx, B.: Orgelschulen des 20. Jahrhunderts, in: Musica Sacra [Duitsland], jrg. 97, 1977, p. 22-35.
- Merrill, E.: Thesis on the Organ works of Ch. Tournemire and Flor Peeters, Stanford University (1938-1939).
- Mohrs, R.: Een Belgisch-Duitse vriendschap: Flor Peeters en Hermann Schroeder, in: Orgelkunst, jrg. 26, nr. 4, december 2003, p. 293-301.
- N.N.: Flor Peeters, in: Album der jongeren: De jongere Vlaamsche toondichters, in: Vlaamsche muziek nr. 12 (biografische informatie bij bundel composities van Poot, Schoemaker, Mortelmans, Peeters, Albert, Schampaert, Baeyens, Van Beveren, Fouquet), Antwerpen, s.d. (ca. 1928), p. 223.
- N.N.: Flor Peeters, in: The Musical Times, jrg. 127, nr. 1726, december 1986, p. 705.
- Peeters, G.: Brieven van Marcel Dupré aan Flor Peeters, in: Orgelkunst, jrg.13, nr. 4, december 1990, p. 167-174; jrg.14, nr. 1, maart 1991, p. 22-34; jrg.14, nr. 2, juni 1991, p. 63-72.
- Peeters, G.: Catalogus werken Flor Peeters, Antwerpen, 1990.
- Peeters, G.: Charles Tournemire (1870-1939) en Flor Peeters (1903-1986), in: Orgelkunst, jrg. 12, nr. 4, december 1989, p. 157-163.
- Peeters, G.: Flor Peeters, leraar, componist, organist, in: Gamma, jrg. 25, nr. 5, september-oktober 1973, p. 206-208.
- Peeters, G.: Flor Peeters, orgelpunt?, in: Orgelkunst, jrg. 19, nr. 4, december 1996, p. 182-185.
- Peeters, G.: Flor Peeters on his 70th Birthday, in: Music: the AGO and RCCO Magazine, jrg. 7, nr. 12, 1973, p. 28–29.
- Peeters, G. en Schroyens, R.: Flor Peeters (1903-1986) - Allegro energico, Antwerpen, 1991.
- Pieters, P.: Flor Peeters (1903-1986): bij de herdenking van zijn honderdste verjaardag, in: Orgelkunst, jrg. 26, nr. 2, juni 2003, p. 129-148.
- Ramsey, B.: Organ music - Flor Peeters, in: The Musical Times, jrg. 108, nr. 1489, maart 1967, p. 260.
- Schoemaker, M.: Flor Peeters, in: Syrinx, jrg. 2 (1938), p. 20-21.
- Schroyens, R.: De koraalpreludia van Flor Peeters, in: Orgelkunst, jrg.15, nr. 4, december 1992, p. 173-183; jrg.16, nr. 1, maart 1993, p. 33-42.
- Schroyens, R.: Die Navond en die Roze, 40 jaar herinneringen aan Flor Peeters, in: Jaarboek Kon. Oudheidkundige Kring Mechelen 1984, Mechelen, 1984.
- Schroyens, R.: Herinneringen aan Flor Peeters ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag, in: Orgelkunst, jrg. 6, nr.2, juni 1983, p. 4-19.
- Schroyens, R.: Peeters gespeeld, in: Orgelkunst, jrg. 12, nr.1, maart 1989, p. 23-27; jrg. 12, nr.2, juni 1989, p. 70-81.Schroyens, R.: Peeters nagespeeld, in: Orgelkunst, jrg. 13, nr. 1, maart 1990, p. 25-30; jrg. 13, nr. 3, september 1990, p. 123-128.
- Schroyens, R.: Peeters speelt Peeters, in: Orgelkunst, jrg. 11, nr. 1, maart 1988, p. 26-33; jrg. 11, nr. 2, juni 1988, p. 65-69.
- Servaes, H.: Flor Peeters' muzikale persoonlijkheid, in: Musica Sacra, jrg. 51, nr. 1, maart 1950, p. 24-30.
- Verdin, J.: Flor Peeters, in: Handbuch Orgelmusik (Komponisten - Werke - Interpretation), 2e uitgave, Kassel, 2010, p. 256-258.
- Visser, P.: De laatste werken van Flor Peeters, in: St.-Gregoriusblad, jrg. 83, nr. 1, 1962, p. 35-36.
- Visser, P.: Flor Peeters, organist, Turnhout, 1950.
- Visser, P.: Flor Peeters zeventig jaar, in: St.-Gregoriusblad, jrg. 97, nr. 3, juni 1973, p. 147-149.
- Vyverman, J.: Flor Peeters, in: Muziek-Warande, jrg. 6, nr. 11, 1 november 1927, p. 221-224.
- Whitacre, A.: Ars Organi, orgelmethode in 3 delen door Flor Peeters, in: Musica Sacra, jrg. 58, nr. 4, december 1957, p. 168-171.
Werklijst
-
Er was eens... - opus 31 (1934)voor piano vierhandig
-
Larghetto - opus 106 (1961)voor viool, cello en piano
-
Paraphrase über Regina Coeli - opus 140 (1986)voor cello en orgel
-
Sonata - opus 51 (1943)voor trompet en piano
-
Suite - opus 82 (1955)voor vier trombones
-
Trio - opus 80 (1955)voor fluit, klarinet en fagot
Artikels
Symphonic Fantasy, opus 13
Op 4 juli 2011 was het 25 jaar geleden dat Flor Peeters exact op zijn 83ste verjaardag overleed. De belangstelling voor het werk van deze organist, componist en pedagoog is aan een merkwaardige en verdiende remonte bezig.
Historische teksten
Flor Peeters als spoorstudent
Tijdens de eerste drie jaar van mijn studies aan het Lemmensgesticht [vanaf 1919], was ik spoorstudent. Per week reisde ik tweemaal per trein van Tielen naar Mechelen en terug. Dat was niet niks in die dagen. Het Belgische spoorwegennet was wel het meest ontwikkelde van Europa, maar Tielen was destijds al heel ver van Mechelen.