Rottiers, Jef
Biografie
Eddy Mariën
Kinderjaren
Ruim een eeuw geleden werd Jef Rottiers in Mechelen geboren, op 27 augustus 1904. Als beroep vervaardigde zijn vader Rik het snijwerk van meubelen. Mechelen was toen nog immers de meubelstad bij uitstek. Als hobby maakte hij schilderijen van bloemen op houten paneeltjes, vandaar ook de liefde voor de schilderkunst bij zijn zoon Jef. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte het gezin voor het oorlogsgeweld en week uit naar Ierland. Zijn vloeiend Engels, weliswaar met een Iers accent, zijn typische gevoel voor humor en de verbondenheid met de zee heeft hij waarschijnlijk te danken aan zijn verblijf op het groene eiland.
Groeiende interesse voor muziek
Na de terugkeer naar België studeerde Jef Rottiers voor onderwijzer aan de Katholieke Normaalschool van zijn geboortestad en behaalde er zijn diploma in 1923. In die tijd volgde hij ook gedurende drie jaar lessen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Mechelen, destijds bestuurd door Gustaaf Van de Woestijne, broer van schrijver Karel. Zijn interesse voor kunst en geschiedenis in het algemeen blijkt ook uit het feit dat hij in 1924 zijn diploma van gids van Mechelen behaalde. In de Normaalschool werden de eerste kiemen gelegd voor de liefde tot de muziek, maar vooral door eigen vorming gelukte hij erin de muziek grondig te beheersen. Hierin werd hij sterk aangemoedigd door zijn jeugdvriend Gaston Feremans. Reeds jong sloot Jef Rottiers aan bij het Mechels gemengd koor, de Cijferisten, waarvan toen Alfons Verbist, leraar aan de Normaalschool, dirigent was. Hier leerde hij Robert Gooris kennen, een in die tijd schitterende tenor, met wie hij, als pianobegeleider, verschillende concerten gaf. Het repertoire strekte zich uit van Monteverdi tot Debussy.
Van pianist tot beiaardier was maar een stap, temeer daar Theo Adriaens, één van de beste leerlingen van Jef Denijn, die reeds in 1927 zijn beiaarddiploma had behaald, een buur was van Jef Rottiers. Beiden woonden in de Frederik de Merodestraat, de straat waar zich de huidige Koninklijke Beiaardschool bevindt. Op aansporen van Adriaens vatte Jef Rottiers in 1929 zijn studies aan bij de Mechelse Beiaardschool, toen nog op de Wollemarkt 36, onder de leiding van directeur Jef Denijn en de leraren Staf Nees, Jef Van Hoof en Victor Van Geyseghem. Jef Denijn en Staf Nees gaven beiaardles, Jef Van Hoof harmonie en compositie en Victor Van Geyseghem campanologie. "Ik werd waarschijnlijk wel door het lot begunstigd te mogen studeren bij drie zulke grote muzikanten, die op mij een blijvende stempel hebben gedrukt."
Op 27 juli 1933 behaalde hij zijn uitgangsdiploma met onderscheiding. In hetzelfde jaar diplomeerden ook Harry Beenen uit Lier, Ephrem Delmotte uit Ronse, Jack Paice uit Londen, de blinde Cornelis Roelofs uit Arnhem en Nora Johnston uit Croydon (Engeland). Dat hij als enige dat jaar met onderscheiding afstudeerde, toont aan dat de toenmalige jury, bestaande uit Jef Denijn, Staf Nees en Jef Van Hoof, zeker niet kwistig was met de punten. Uit de geschreven commentaar van Jef Denijn onthouden we: "Stuk op zicht: zeer goed!" en "Eigen compositie: geslagen als compositie" (sic). In datzelfde jaar verwierf hij 'The Cardinal Mercier Scholarship'. Hij speelde van toen af als gastbeiaardier in België, Nederland, Frankrijk en Engeland maar bleef zijn ambt van onderwijzer uitoefenen aan de jongensschool van O.-L.-Vrouw-Waver. In 1938 won hij een compositieprijs van de Mechelse Beiaardschool met Preludium in F.
Oorlog en repressie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef Rottiers hoorspelen voor het toenmalige Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (N.I.R.). Vanwege het feit dat hij cultureel actief bleef tijdens de oorlog, braken er voor hem na de bevrijding donkere dagen aan. Rottiers, evenals Jef Van Hoof en Gaston Feremans, was één der vele Vlaamse kunstenaars die de gevolgen van de Belgische repressie aan den lijve ondervond: hij werd veroordeeld tot 18 maanden cel in de voormalige Dossinkazerne te Mechelen. Zelfs daar liet hij de muziek niet los: hij kreeg toestemming om voordrachten te houden over klassieke componisten voor zijn medegevangenen.
Bij zijn vrijlating was hij zijn burgerrechten kwijt, evenals zijn job als onderwijzer in O.-L.-Vrouw-Waver. Om in zijn onderhoud en dat van zijn gezin te voldoen schilderde hij veel en gaf hij privé-pianolessen in de Van Hoeystraat waar hij toen woonde. Frans Verleyen, voormalig hoofdredacteur van het bekende Vlaamse weekblad Knack, geeft in zijn boek Mechelen zijn indrukken van toen weer. Hij spreekt er over dat groenachtig briefje (namelijk het lesgeld van twintig Belgische frank per uur), over het eerste leerboek van Schmoll en hij beschrijft het koperen schemerlampje boven de buffetpiano, het enige licht in het tussenkamertje waar Rottiers hem les gaf. Enige jaren later kon Rottiers wel aan de slag te Brussel als vertaler aan een publiciteitsbureau, en als onderwijzer in een vervallen gebouw dat voor een Nederlandstalige school met één klas dienst deed. In deze klas moest hij zes studiejaren tegelijkertijd onderrichten.
Beiaardier te Meise
In 1951 schonk grootindustrieel Jan Van Gijsel een beiaard aan de kerkfabriek van de Sint-Martinusparochie te Meise. Op 10 juni werd het instrument ingehuldigd. De beiaard bestond uit 47 klokken, gegoten te Doornik door Marcel Michiels jr., met als zwaarste de Martinusklok van 750 kg. Staf Nees trad op als beiaardadviseur. Begin 1952 werd Jef Rottiers aangesteld als beiaardier van Meise, een taak die hij vervuld heeft tot 1982. Waarschijnlijk was het vooruitzicht op een vast beiaardierschap in Meise voor Jef Rottiers een geweldige stimulans want in 1951 werden drie van zijn beste beiaardwerken gepubliceerd: Suite voor Beiaard naar het gedicht Bell Moods van Kamiel Lefévere, Sprookje (bekroond met de Prijs der Beiaardschool van Mechelen) en Ballade.
In 1952 gaf hij een boek uit op aandringen van Staf Nees, in samenwerking met de Beiaardschool en met financiële steun van klokgieter Marcel Michiels: Beiaarden in België. Dit historisch werk, dat hij zelf verluchtte met prachtige pentekeningen, gaf voor het eerst een volledig overzicht van de toen bestaande beiaarden in ons land. Hij bezocht daarvoor alle beiaarden om ter plaatse de nodige gegevens te verzamelen.
Oud-leerlingenbond
Vijftig jaar geleden, in 1954, was hij medestichter van de Oud-leerlingenbond der Beiaardschool, samen met Adriaan de Groot, John Gebruers en Jan Feyen, en werd hij vice-voorzitter van deze vereniging. De opvolger van deze Oud-leerlingenbond, de Belgische Beiaardiersgilde, publiceerde in 1982 en 1983 in samenwerking met de Koninklijke Beiaardschool drie beiaardbundels met hoofdzakelijk beiaardbewerkingen van Jef Rottiers: Uit het beiaardrepertorium Jef Rottiers. In bundel 1 bevinden zich de eigen beiaardcomposities Lamento, dat hij zou geschreven hebben in 1981 om het overlijden van Jef Denijn in 1941 te herdenken, en Fantasia II over het 'Lied aan Meise' van L. Joos. In bundel 2 vinden we zijn compositie Canzonetta terug.
Fantasia op ADG werd als bijlage van het Bondsnieuws nr. 62-63 uitgegeven, het toenmalige tijdschrift van de Belgische Beiaardiersgilde. In de derde bundel schrijft Rottiers over de taak van de bewerker: "Eens, na mogelijk lang zoeken, zijn keuze bepaald, wil hij deze muziek voor het gestelde doel geschikt maken en dus langs het beiaardklavier uitvoerbaar. Hierbij dient echter gelet dat oorspronkelijk ritme, harmonie, inzichten van de toondichter behouden blijven. Ook is het een feit dat slechts een beperkt aantal composities in aanmerking komen voor beiaardbewerking zonder al te grove verminking te ondergaan. Kieskeurigheid blijft dus een eerste gebod. [...] Wat de gekozen tonaliteit betreft, kan elke beiaardier deze wijzigen naargelang eigen voorkeur en de mogelijkheden van zijn instrument."
Bekroning
In 1958 kreeg Rottiers de kans van zijn leven. Na een beiaardrecital dat hij had gegeven op de beiaard van het Nederlands paviljoen op de Brusselse Wereldtentoonstelling, werd hij benaderd door een Amerikaanse industrieel van Duitse afkomst. Otto Kaap had aan zijn nieuwe woonplaats "ergens in Amerika" een kerk met toren en beiaard geschonken en zocht een beiaardier. [1] Het aanbod was wel meer dan verleidelijk, maar ten slotte bleken de bindingen met familie en vrienden te sterk, zodat Rottiers dit voorstel beleefd afwees. Het geluk bleef echter aan zijn kant want een jaar later, in 1959, won hij op het Internationale Beiaardconcours te Hilversum de Improvisatieprijs, en in datzelfde jaar werd hij door Staf Nees aangesteld tot leraar aan de Beiaardschool te Mechelen, functie die hij tot 1974 zou uitoefenen.
Hoe speelde Jef Rottiers?
Over het concert in datzelfde jaar, 1974, op de (oude) beiaard in de Sint-Romboutstoren te Mechelen, lezen we in de Gazet van Mechelen het volgende: "Maandag 2 september beleefden we het meest schitterende en succesvolle beiaardrecital dat de laatste jaren door een gastbeiaardier te Mechelen werd gegeven. We schrijven met overtuiging dat Jef Rottiers, de auteur van dit schitterend recital, tot één van de groten uit de wereld van het klokkenspel mag gerekend worden, niet alleen door zijn meesterlijke beheersing van het beiaardinstrument, maar vooral door zijn boeiend en feilloos musiceren, zijn zin voor ritme en interpretatie, en zijn onbetwistbare kunde zijn klokkenspel te bezielen en tot een harmonisch samenspel te dwingen."
Kunstschilder
Rottiers had een grote bewondering voor schilders als Pieter Bruegel, Peter Paul Rubens, Jeroen Bosch en Johannes Vermeer. Hij maakte dan ook minutieuze kopieën van hun schilderijen. Vermeldenswaard zijn onder meer De toren van Babel van Pieter Bruegel en de triptiek De tuin der lusten van Jeroen Bosch, waar hij evenwel eigen spielereien aan toevoegde. In het eerste werk staan tussen de huisjes van de stad links naast de reusachtige toren in opbouw, bijna onopvallend het stadhuis en de lakenhalle van Mechelen. In het tweede schilderij heeft hij in de rechtervleugel De hel bij de gestrafte muzikanten ook de bekkens van een drumstel geschilderd. Toch bestaat het grootste deel van zijn oeuvre uit authentieke schilderijen. De invloed van Bruegel is merkbaar in grote schilderijen als Vlaamse spreekwoorden of Vlaamse liederen. In dit laatste schilderij is de kerk van Meise afgebeeld. Voor het overige muntte hij vooral uit in zijn landschappen, zeezichten en bloemstukken.
Besluit
Rottiers was een innemende persoonlijkheid met veel geduld en doorzettingsvermogen, een man met vele interesses die ook in zijn kunst streefde naar oprechtheid en die voor vele vrienden en oud-studenten een onuitwisbare herinnering nalaat.
NOTEN
[1] Nvdr: het gaat over de 47 klokken tellende Petit & Fritsenbeiaard van Green Bay, Wisconsin, die op 22 december 1957 werd ingewijd.
Mariën, E.: Jef Rottiers (1904-1985), een groot compositorisch talent, in: VBV-Magazine, jrg. 10, nr. 2, juni 2004, via www.beiaard.org/comp_rottiers.html (online op 5 juli 2007).
Bibliografie
Eigen werk
- Rottiers, J.: Beiaarden in België, Mechelen, 1952, 326 p.
Anderen over deze componist
- Robijns, J. en Zijlstra, M.: Rottiers, Jef, in:Algemene Muziek Encyclopedie, dl. 8, Haarlem, 1983, p. 378.
- Roquet, F.: Rottiers, Jef, in: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 605-606.