Verhaaren, Frans
Biografie
Jan Dewilde
Na de eerste muzieklessen bij zijn vader, begon Verhaaren door tussenkomst van Peter Benoit op zijn veertiende met muziekstudies aan de Stedelijke Muziekschool van Antwerpen. Daar studeerde hij bij Joseph Tilborghs, Joseph Callaerts en Jan Blockx. Na zijn studies werd hij organist aan de Sint-Antoniuskerk (tot 1901) en later aan de Sint-Jacobskerk in Antwerpen, waar hij op 28 september 1901 als kapelmeester werd benoemd. Ook werd hij dirigent van de koorafdeling van de Burgerzonen.
Hij begon met componeren in 1901. Tot zijn werken behoren, naast een 60-tal liederen en koor- en orgelwerken, ook de cantate Aan de Schelde, het oratorium De 15 mysterieën van den rozekrans en het zangspel Rosalinde.
Op 15 april 1929 werd er een “Muziekfeest gewijd aan werken van Frans Verhaaren” uitgevoerd door het Berchems koor, i.s.m. de Zingende Wandelkring St.-Norbertus en de Symphonie St.-Norbertus.
Bibliografie
Anderen over deze componist
- De Bois, H.: Frans Verhaaren, Berchem, 1929.
- N.N.: Frans Verhaaren †, in: Muziek-Warande, 1 mei 1926, p. 106.
- Pepermans, Robert: [nota over Frans Verhaaren, met werkenlijst, door de auteur bezorgd aan SVM]
- Roquet, F.: Verhaaren [Verhaeren], Franz ('Frans'), in: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 864.