Ga verder naar de inhoud

Vermeiren, Jef

° Antwerpen, 13/06/1904 — † Overijse, 27/06/1999

Biografie

Veerle Bosmans & Adeline Boeckaert

Jef Vermeiren startte al op zeer jonge leeftijd met het componeren van liederen en kamermuziekwerken, voornamelijk voor viool en piano. Hierin werd hij gestimuleerd door zijn ouders, die hem regelmatig meenamen naar de opera en concerten, en door zijn vrienden, die net als hij helemaal opgingen in de muziek en van Vermeirens ouderlijke huis een muzikaal ontmoetingspunt maakten. Zonder enige echte vooropleiding, slaagde hij op zijn zeventiende voor het toelatingsexamen aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen waar hij orgel zou gaan studeren onder leiding van Willem de Latin en Arthur de Hovre. Piano studeerde bij G. Dijkhof en harmonie bij Lodewijk De Vocht en Edward Verheyden. Na het voltooien van zijn studies nam hij nog enige lessen orkestratie en compositie bij Paul Gilson en Karel Candael en vertrouwde hij verder op zijn eigen muzikale smaak om hem de weg te wijzen.

Vermeiren startte zijn carrière door te doen wat alle jongens van zijn generatie deden: "alle gelegenheden tot materieel gewin te baat nemen en in bioscopen, dansgelegenheden, tea-rooms, cabaret en variété gaan spelen waar heel wat stuivers op te halen vielen." Daarnaast was Vermeiren de vaste begeleider van een aantal concertzangers en dirigeerde hij verschillende mannenkoren.

Al in de jaren 1930 zou Vermeiren veelvuldig componeren, maar pas na de Tweede Wereldoorlog zou hij zich volledig aan de compositie wijden. Onder zijn belangrijkste werken vinden we de Sinfonia breve met als ondertitel Recordatio juventutis, waarin een aantal jeugdmotieven en herinneringen verwerkt werden. Deze symfonie werd geschreven in 1930, maar zou pas in 1954 gecreëerd worden onder leiding van Daniël Sternefeld. De symfonie bleek erg populair en werd ook in Nederland en Duitsland verschillende malen opgevoerd. In 1947 schreef Vermeiren een opdrachtwerk voor de Belgische Balletten onder leiding van de Russische choreografe Valentina Belova. Het werk, getiteld De kapel van barmhartigheid, werd uitgevoerd te Antwerpen, Brussel, Luxemburg en Parijs. In 1957 volgde er een Pianoconcerto, dat werd gecreëerd door het groot Radio-Filharmonisch Orkest van de Nederlandse Omroep onder leiding van Henk Spruit, met als pianist Philibert Mees. Het werk werd ook, met veel succes, uitgevoerd tijdens de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958.

Hij componeerde voornamelijk pianowerken, met titels als Contes pour Nenita, Vijf etudes en het Preludium in Gis. Deze variëren van eenvoudige stemmingsstukjes tot virtuoze bravourestukken. Daarnaast componeerde Vermeiren ook een hele reeks liederen. Naast liederen op Nederlandse tekst maakte hij ook veelvuldig gebruik van Franse gedichten van onder andere Victor Hugo, Charles Baudelaire en Paul Verlaine. Zijn stijl doet denken aan de late romantiek waarbij hij meermaals programmatische en impressionistische stijlinvloeden toevoegt. In 1936 componeerde hij het symfonische gedicht Melopee van de zee, dat gecreëerd werd onder leiding van Arthur Bosmans. Deze orkestcompositie valt op door een rijk palet aan klankkleuren.

Bibliografie

Anderen over deze componist

  • Bosmans, A.: Jef Vermeiren, in La Revue Musicale Belge, jrg. 15, nr. 1, 1939, p. 1-2.
  • De Schrijver, K.: Vermeiren, Jef, in: Bibliografie der Belgische Toonkunstenaars sedert 1800, Leuven, 1958, p. 111.
  • Roquet, F.: Vermeiren, Jozef, in: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 877.
  • Vannes, R. en Souris, A.: Vermeiren, Jef, in: Dictionnaire des Musiciens (compositeurs), Brussel, s.d., p. 423.

Heb je een vraag of heb je een foutje opgemerkt? Zoek je een partituur?

Of heb je zelf nog meer informatie over deze persoon, contacteer ons dan.