Ga verder naar de inhoud

Aan Vlaanderens lievelingstoondichter FRANS DE CONINCK
Muziekbestuurder der Koninklijke Harmonieën van Temsche, Puers, Wetteren, enz., enz.,

"Wat prijkt er menig kruis verloren,
Op menig intriguante borst;
Die zich vol trots waant uitverkoren, -
maar 't kruis verkreeg - net als een worst!" -

Dàt kan niet zijn! - neen, vriend, neen, waarde,…
Zulks zegt men wel, - maar is 't geschied? -
Veel aardigs is er vast op aarde,
Maar dàt, neen, Vlaming, dàt kan niet!

Dat er soms hier en daar een springer
Met franschen bluf het kruis verdient,
Kan men wel wijzen met den vinger,
Maar stoor u daar niet aan, o Vriend.

Kaf blijft er altijd tusschen 't koren…
Daar blijft altijd te ziften toch!...
Zoo loopt ook soms een kruis verloren;
Maar dat gebeurt toch zelden nog.

Maar wat er nimmer mocht gebeuren,
- Het moet, ja 't moet er uit, o Vriend, -
Dat is U 't kruis onweerdig keuren,
U, die 't zoo ruimschoots hebt verdiend!

Dat is - een perel van een Vlaming,
Die zooveel perels schiep der Kunst, [1]
Ter algeheele volksbeschaming
Doen beed'len als voor eene gunst!

Dat is - met al zijn zoete geuren,
't Viooltje dat zoo need'rig bloeit,
Te zien vertrappen en besmeuren
Voor een pioen, in trots vergroeid!

Dat is - maar neen, 'k zal liever zwijgen!
Of was er met de waarheid ooit
Een enkel kruisken te verkrijgen
Voor eenen ronden Vlaming? - Nooit!

Zwijg dan, o Lier: - 't is wel verneed'rend;
Maar als men onzen Frans ontwaart;
Hoe hartroerend, hoe verteed'rend!...
Zijn kruis is mij het zwijgen waard.

Maar gij, gij Frans het hoofd verheven,
Blik vrij en fier den hemel aan…
En wil men zóo u 't kruis niet geven,
Dan zal het zonder ook wel gaan.

Heel Vlaand'ren eert u, Frans De Coninck,
Zijn Frans, zijn Koning van de Kunst. -
Het kruis!? Voor u heet het bekroning,
Voor velen is het maar… een gunst! -

Dus, voor uw kruis hoeft niet gebedeld,
Want honderd zijt gij er wel weerd,
En 't kruis wordt meer door U veredeld
Dan gij door ' Orde wordt vereerd.

O, ja, ik sprak van niet te beed'len…
Maar vragen, - op zijn Vlaamsch, rondweg, -
Om - 't Kruis en U - bei te vereed'len,
Zeg, Vlaandren, is dat beed'len, zeg? -

Ja, spreken en op tafel slagen,
En 't luide zeggen, waarde vriend,
Dat er om 't kruis van eer te dragen
Meer hoeft hier dan … een blaas vol wind!

Ja, vragen dat het Ridderorde
Ook 't Orde der Verdienste zij
Zeg, Vlaand'ren, wat er ook geworde,
Zeg, Vlaand'ren, is dat beed'larij?

En luid en fier uw titels noemen
Luid spreken van uw schoon talent
En uwen naam, uw glorie roemen,
Den ganschen lande door bekend:

Zeg, is dat beed'len, is dat kruipen;
Is dat ook al … een blaas vol wind?
En is dat ergens binnensluipen,
Zooals geen enkel Vlaming 't mint?

Neen, neen! - Wij vragen met ons beiden
Gij met uw Kunst, ik met mijn lied! -
Heel Vlaand'ren zal ons begeleiden
Heel Vlaand'ren vraagt… maar bedelt niet!

[1] Waaronder Boerenkrijg, Hallentoren en Kerlingerland bijzonderlijk uitmunten.

Aertgeerts, Johan C.: Aan Vlaandrens lievelingsdichter Frans De Coninck, in: De Eendracht (Wetteren), ongedateerd knipsel uit 1903 (met dank aan Ludwich Bettens).

« terugwebdesign statik