Ga verder naar de inhoud

Schaarbeek, Brussel, 1902. Muziekstudie buiten schoolverband. Thans muziekdirecteur bij de Belgische Radio en Televisie (Franse uitzendingen).

Het komt zelden voor dat een componist de leerling is van een enkele leermeester. Dat is het geval met Gaston Brenta, die geen enkele officiële muziekschool bezocht en zijn gehele opleiding genoot bij Paul Gilson, de meest vooraanstaande leraar voor theorie en compositie in de jaren tussen 1920 en 1940. De invloed van Gilson was zo diepgaand dat een aantal van zijn leerlingen hun tendensen en interesses onder één banier verenigden. Zo ontstond in 1925 de groep der Synthétistes. Gaston Brenta was toen nog heel jong - hij was in 1902 geboren - maar het sprak van zelf dat hij zich ook bij hen voegde.

Het begrip 'modernisme' is aan voortdurende wijzigingen onderhevig. In 1963 had het zich ontwikkeld in die zin dat alles wat geen verband hield met 'seriële muziek', 'klank-kleur-melodie' en 'electronische muziek' als verouderd werd beschouwd. We laten dit radicalisme voor wat het is en maken van de gelegenheid gebruik om de muziek die eraan voorafging te ontdoen van de etiketten waaronder ze gecatalogiseerd werd en ze weer op te nemen in de grote stroming der muziek van alle tijden. Dit zullen we ook doen met de muziek van Gaston Brenta. Deze heeft ongetwijfeld een moderne toonaard en een persoonlijke vorm die ze trouwens zal behouden. Maar dit alles maakt ook - of vooral - deel uit van een lyrische en zelfs romantische stroming, welke tot het diepste wezen van de muziek behoort. Gaston Brenta geeft de voorrang aan de melodie, hij heeft een voorliefde voor lange, duidelijk aangegeven muzikale volzinnen, breed uitgewerkt en vol uitdrukking. Deze voorliefde ofwel deze gave, is een zeldzaamheid geworden, maar vormt het zeer eigen klimaat van de muziek van Gaston Brenta, welke middelen hij ook aanwendt en tot welk genre het werk ook behoort: symfonie, concert, strijkkwartet, ballet, enz.

Zijn orkestratie is krachtig en hij houdt van instrumentale virtuositeit, niet vanwege het oppervlakkige brio, maar omdat deze een aanvulling is van zijn hulpmiddelen en het ongerijmd zou zijn er geen gebruik van te maken. Tenslotte kan nog gezegd worden dat hij altijd veel zorg heeft besteed aan de bouw en de afwerking van zijn composities.

Belangrijke werken
1. Orkestraal: Symfonie; Arioso en Moto Perpetuo; Florilège de valses; Farandole burlesque; 2de Suite van het ballet Candide. Pianoconcert; Concert voor trompet; Concertino voor slagwerk en blaasinstrumenten.
2. Voor verschillende instrumenten: Le soldat fanfaron, kwintet voor blaasinstrumenten.

CeBeDeM: Gaston Brenta, in: Muziek in België, Brussel, 1967, p. 39-40, 113a.