Ga verder naar de inhoud

Brussel, 1901. Autodidact. Hoofd van de dienst muziekprogramma's bij de Belgische radio en Televisie (Franse uitzendingen).

Zijn eerste schreden in de muziek deed hij onder leiding, maar van het ogenblik af waarop het verkrijgen van technische bekwaamheid gelijkstond met het verkrijgen van een middel om zich te uiten, heeft hij alléén gewerkt. Hierdoor heeft hij zichzelf behoed voor gemeenplaatsen en voor een specifieke uitdrukkingswijze die wel nuttig kan zijn maar waarvan sommigen zich met moeite, of nooit, bevrijden. Raymond Chevreuille is dus een autodidact. Maar hiermede zeggen wij misschien niet genoeg, want een autodidact doet geheel alleen wat andere doen met behulp van een leraar. Raymond Chevreuille heeft iets anders en méér gedaan. Hij heeft zijn eigen techniek uitgevonden, hij heeft zijn expressiemiddelen volledig zelf geschapen, voortdurend zoekend en onderzoekend. Bij elk nieuw werk worden de problemen opnieuw bekeken: het probleem van de vorm, van de stijl, van instrumentatie en orkestratie. Dit zijn wellicht bijzonder moeilijke omstandigheden voor een scheppend kunstenaar, maar tevens de beste voor degene die bezield is door de ware scheppingsdrang. Als deze aanwezig is ontstaat er ordening in de onderdelen die het geheel moeten vormen, maar inspanning is hierbij toch niet uitgesloten.

Dit gevoel krijgen we bij de muziek van Raymond Chevreuille. Hij heeft iets te zeggen, maar het vloeit hem niet gemakkelijk uit de pen. Zijn wilskracht is in zijn werken altijd voelbaar en in dit opzicht zouden wij hem kunnen vergelijken met Strawinsky, hoewel hij niet de objectiviteit nastreeft waardoor deze laatste beheerst wordt. Muziek blijft voor hem de uitdrukking van gevoelens, van psychologische toestanden, waarin tederheid en poëtische puurheid overwegen, al heeft ze ook een duistere zijde die soms naar dramatische vertwijfeling leidt. Zijn talrijke werken schommelen tussen deze beide uitersten, vinden er hun evenwicht en openbaren ons de persoonlijkheid van hun componist. Raymond Chevreuille is bij de vorming van zijn stijl uitgegaan van modellen of figuren die hem aantrokken: Strawinsky, Bartók, de Weense School vervulden hem met bewondering en men kan daarvan sporen terugvinden in sommige van zijn werken. Maar zijn ervaring berust vooral op zijn vakkennis. Hij is specialist in de geluidsopname bij de radio, hetgeen hem in staat stelt om alle klankcombinaties en toonsterkten uit een zuiver technisch oogpunt te controleren. Het resultaat van deze klanktesten is de hechtheid van zijn composities, zelfs in hun nieuwste aspecten, en de grote spanwijdte van zijn expressief vermogen, zelfs in het kader van de 'pure muziek', waaraan hij zich bijna uitsluitend heeft gewijd.

Maar kan men een symfonie, getiteld Symphonie des souvenirs (de tweede), of een die de naam draagt van Symphonie printanière (de vijfde) wel 'pure muziek' noemen? Naast deze reeks symfonieën (zes, plus één voor kamerorkest) schreef hij ook nog vijf andere orkestwerken. Ook talrijke concerten voor piano, viool, cello, hoorn, trompet, en voor minder vaak voorkomende combinaties van verschillende instrumenten: piano en altviool, saxofoon en piano, trio voor houten blaasinstrumenten. Het strijkkwartet is dikwijls de vuurproef voor een componist van kamermuziek en ook voor een bepaalde geestesgesteldheid. De zeven kwartetten van Raymond Chevreuille getuigen van zijn vakmanschap en zijn hoge idealen; muziek is voor hem niet een middel. Enige liederen en verscheidene balletten voltooien de lijst van zijn werken, die nog steeds wordt uitgebreid, maar waarbij wij vooral de aandacht moeten vestigen op twee werken, welke speciaal voor de radio geschreven zijn: D'un diable de briquet en L'élixir du révérend père Gaucher. Raymond Chevreuile maakte daarbij gebruik van vooraf vervaardigde bandopnames, die men in een gewijzigd tempo terugdraait, waardoor ze een andere klankkleur, snelheid en structuur krijgen, hetgeen een verrassend effect heeft en soms onwezenlijk aandoet. Het werk van Raymond Chevreuille behoort tot de Belgische composities die het meest gespeeld werden op de festivals van de Société Internationale de Musique Contemporaine.

Belangrijke werken
1. Orkestraal: Symphonie des souvenirs; 5de Symfonie; Pianoconcert; 2de vioolconcert; Concertino voor trompet; Dubbelconcert voor piano en altsaxofoon.
2. Voor verschillende instrumenten: verscheidene strijkkwartetten.
3. Radiofonische werken: D'un diable de briquet; L'élixir du révérend père Gaucher.

CeBeDeM: Raymond Chevreuille, in: Muziek in België, Brussel, 1967, p. 43-46, 81a.