Ga verder naar de inhoud

Geboren te Antwerpen, 1901. Autodidact. Muziekrecensent.

Overal staat geschreven en gedrukt dat Willem Pelemans op 6 april 1901 zou zijn geboren. Een paar jaar geleden stelde hij te Antwerpen zèlf vast dat hij eigenlijk op 8 april geboren is. Zo beschikt hij nu over twee verjaardagen… Alhoewel hij zich van zijn jeugd af tot de muziek voelde aangetrokken kon hij pas op twintigjarige leeftijd ernstig met zijn muziekstudies beginnen. Hij werd onderwijzer, later journalist en, in de echte zin van het woord, componist. Zijn journalistenloopbaan begon vrij laat, nl. pas na de tweede wereldoorlog, toen hij reeds de veertig was gepasseerd. Wanneer men zijn pennevruchten, gepubliceerd in 'Het Laatste Nieuws', 'De Zweep' en 'De Vlaamse Gids' zou bundelen, dan zouden deze enkele lijvige boekdelen vullen. In de muziek heeft Pelemans aandacht voor alles: het kleine zowel als het grote, het nieuwe zowel als het oude, het lichtere genre zowel als de zogenaamde ernstige muziek. Hij toont belangstelling voor het muziekonderwijs, voor de lyrische kunst, voor de beroepsbelangen van de kunstenaars. De amateur-muziekbeoefenaar, de koorzanger, de instrumentalist, weet hij aan te moedigen. Hoewel Willem Pelemans, zoals ieder scheppend kunstenaar, gelukkig is als een van zijn geesteskinderen boven de doopvont wordt gehouden, geloven wij toch niet dat hij componeert met slechts dit doel voor ogen.

Het begon in 1930 met de toneelgroep 'Rataillon', een zoldertheater in een pakhuis. Slechts via een ladder kon men de zaal bereiken. Twee jaar later wilde men vergroten en verhuisde naar de Renbaanlaan. Daar zou Les mamelles de Tiresias van Guillaume Apollinaire opgevoerd worden. Jammer genoeg werd, vóór de eerste voorstelling, het boeltje door de politie gesloten omdat er een en ander niet klopte met de theaterreglementen. Na een kort verblijf in 'Het hof van Engeland' belandde men in de Residentieschouwburg, waar de Ghelderode's Barabbas werd opgevoerd. Hier schreef Willem Pelemans de muziek bij, en wel voor accordeon, een donderplaat, een sireenfluitje en een … straatsteen. Uiteraard waren deze experimenten minder wetenschappelijk dan de concrete en electronische avonturen van onze dagen, maar volledig nutteloos zijn ze niet geweest.

Door de tijd en de ondervinding zijn er veel scherpe kanten afgerond. Pelemans' streven naar eenvoud en directheid is gebleven, nu zonder overdrijving en paradoxen. In zijn muziek heeft Pelemans steeds alles geweerd dat niet volstrekt noodzakelijk is voor de klare uitdrukking van zijn ideeën. Voor hem is de muziek 'de kunst om in klanken te denken': sober, zonder omwegen, maar toch gedragen door warm menselijk gevoel. Dit laatste vinden we terug in zijn melodie die, boven ritme, harmonie en contrapunt, in zijn composities primeert.

Belangrijke werken
1. Orkestraal: Concertino's voor kamerorkest; Concerti voor piano en orkest; Concert voor viool en orkest; Herfstgoud (balletsuite); Miles gloriusus (idem); Ouverture en schetsen voor een opera buffa.
2. Vokaal: Mis (voor gemengd koor, orkest en orgel); Le combat de la Vierge et du diable; (Petit Mistère op tekst van J. Weterings); Floris en Blancefloer (episch zangspel uit de oude tekst gebloemleesd door H. Opdebeek).
3. Opera's: De mannen van Smeerop; De nozem en de nimf (kameropera).

CeBeDeM: Willem Pelemans, in: Muziek in België, Brussel, 1967, p. 120-122.