Ga verder naar de inhoud

Honderd jaar is het geleden dat te Heist ter wereld kwam de man die eens de Heistse faam en naam tot ver buiten de dorps-, zelfs buiten de landsgrenzen zou brengen. Ik ben vereerd en fier over Anthoni te mogen schrijven, niet alleen omdat hij een genie, een virtuoos was, maar vooral omdat hij tot de onzen behoorde en de glans, dien hij Heist bijbracht, toch ook een beetje op ons, Heistenaars, afstraalt.

Hoe Anthoni als kunstenaar en leraar gewaardeerd en geliefd was, heeft dhr Jos. de Klerk ons genoegzaam bewezen in zijn gevoelvolle “Herinneringen aan Heistes Nachtegaal”, verschenen in “Ons Nieuws” van 24-6, 1-7 en 8-7-1950. Mij rest thans nog enkele nadere bijzonderheden uit zijn leven mee te delen (1).

Theofiel Anthoni werd geboren te Heist op 5 Februari 1850. Van zijn vader Jan B[aptis]t. (Broechem 1818 - Heist 1884), destijds de kundige muziekbestuurder van de St-Cecilia-fanfare, ontving hij de eerste lessen in de muziek, en als knaapje zag men hem reeds kranig zijn partij meespelen. Hij was pas 12 jaar, toen hij naar Antwerpen werd gezonden en later naar Brussel om zijn muzikale studiën te volledigen. Op 16-jarigen leeftijd behaalde hij den eersten prijs voor fluitspel in het Koninklijk Conservatorium van de hoofdstad. Plechtig werd hij in het geboortedorp ontvangen; de gemeente overhandigde hem een herinneringsgeschenk dat hij zijn vrienden wel eens gaarne toonde.

Kort daarna verliet hij ons land om met kunstcollega's deel te maken van het orkest van den Fransen schouwburg te Caïro. Weldra maakte hij een muzikale tournee in Duitsland en Frankrijk, waar men hem met de grootste spijt zag heengaan.

Met andere leerlingen van Peter Benoit nam hij deel aan de voorbereidende proef voor den Prijs van Rome; zij vroegen de Vlaamse vertaling van de cantate en daar zij deze niet konden bekomen, weigerden zij fier de eindproef af te leggen. Nu hebben de Vlamingen evenveel rechten als de Franstaligen bij deze wedstrijden. Mannen als Anthoni hebben daarvoor den weg gebaand.

Theofiel componeerde dan verscheidene oratoria en cantaten op tekst van Emmanuel Hiel; van deze werden er door de Société de Musique in den hof van het Kunstverbond uitgevoerd onder leiding van Peter Benoit en bekwamen veel bijval. Brokken ervan werden ook te Heist gespeeld tijdens concerten door de St-Cecilia, evenals een paar duo's voor fluit, toen zijn broer Jozef insgelijks den Eersten Prijs in het Brusselse Conservatorium had behaald. Dat zij schitterend succes oogstten, hoeft niet gezegd. Jammer genoeg zijn deze composities thans niet meer te vinden.

Tweemaal werd Anthoni aangesteld tot dirigent van de St-Cecilia-fanfare; van deze taak kweet hij zich met een ijver en nauwgezetheid boven allen lof verheven. Spijtig echter werd zijn talent niet altijd begrepen. Eéns zou hij op een concert streng-klassieke muziek ten gehore gegeven hebben, waarop bijtende kritiek volgde, zo vertellen tijdgenoten. Bitter zou hij zich dan van Heist hebben afgekeerd. Wellicht was zijn kunst te hoog om door eenvoudige dorps-mensen aangevoeld te worden. Heist heeft dus nog een ereschuld in te lossen bij zijn genialen zoon!

In 1885 werd hij tot leraar benoemd aan de Muziekschool te Antwerpen en in 1889 tot leraar aan het Conservatorium te Brussel. Intussen had hij ook de betrekking van eersten fluitist bij het orkest van den Muntschouwburg aanvaard. Benomen door zijn werk, zag hij zich verplicht ontslag te nemen als muziekmeester van de Heistse fanfare, maar tot zijn dood bleef hij haar genegen en stond haar bij door woord en daad. “Mijnheer Anthoni was - volgens de getuigenis van Jan Blockx, bestuurder van het Antwerps Conservatorium - een buitengewoon kunstenaar, die uit zijn bij uitstek zoete speeltuig lichtgevleugelde, wonderzachte tonen wist te lokken, welke het oor streelden, den geest verhieven en diep het harte roerden. Ware meesters in de virtuositeit worden slechts in klein getal aangetroffen; raar als witte merels zijn die virtuozen, welke nederigheid en bescheidenheid aan hun schitterende talenten paren. Welnu, zo was Anthoni…”

Geen wonder dan ook dat hij ieders sympathie verworf. Nationale kunstenaars en ook buitenlanders ontdekten in dezen extra-begaafden executant “den Heistsen Nachtegaal”; aldus zal zijn naam toch steeds aan deze van zijn geboortedorp gekoppeld blijven. Met de grootste musici en beroemdheden van zijn tijd was Anthoni bevriend. Zijn familie bewaart nog met zorg een pakje foto’s hem aangeboden; enkele betekenisvolle opdrachten mogen wij niet nalaten hier te vermelden:

1. « Aan mijnen goeden vriend Anthoni, zijnen verkleefden Jan Blockx» (Daaronder een paar maten muziek.)
2. « A Monsieur Théophile Anthony » Daaronder een paar maten muziek: « Flûte solo; Capriccio espagnol » en de handtekening: N. Rimsky-Korsakow. 13 avril 1890.
3. « A Monsieur Anthoni. Souvenir de Nellie Melba. » (Wereld-beroemde cantatrice.)
4. « A Mr. Anthony, souvenir de Léo Delibe. » (1888)
5. « A M. Anthoni, son reconnaissant Henry Litolff. »
6. « Souvenir à Monsieur Anthoni. Paris. 7 avril 1889. E. Lalo. »
7. « A Monsieur Anthoni Théophile. souvenir de Lapissida. Bruxelles. 4 mai 1889. »
8. Foto van Siegfried Wagner met handtekening en datum : « 11 mars 1894 ».
9. « Aan mijnen hooggewaardeerd en collega Anthoni. Dankbare herinnering aan de Leuvensche Godelieve-uitvoering. 13 Juni 1901. Edgar Tinel. »

Ook met Peter Benoit. zijn vroegeren leermeester, was Anthoni fel bevriend. Deze kwam hem meermaals te Heist opzoeken en dan maakten ze samen muziek (op den Pleyel-vleugel die nog bestaat) of deden lange wandelingen langs bos en kant en Nete om de muzen op te roepen. Menige anecdote uit dien tijd is nog bewaard gebleven (2).

In 1898 werd Th. Anthoni benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde; een welverdiende hulde om zijn hoge verdiensten als leraar en virtuoos. In 1904 boden zijn oud-leerlingen hem een bronzen borstbeeld aan van Peter Benoit, wiens bijzondere vriend hij was. De buste was werk van beeldhouwer Arsène Matton. Ook kennen wij nog een ovalen spiegel, hem geschonken door zijn leerlingen, waarin op kunstige wijze een lauwertak gegraveerd is, plus een schildje met de initialen T. A. en een nachtegaal.

Hoe de kunstenaar zelf reageerde op al die hulde, wordt treffend uitgedrukt op zijn doodsprentje:
« Geklommen tot de hoogste sport. gevierd
Als virtuoos van allereersten rang.
Bleef hij, spijts eerbetoon en vorstengunst.
Toch d'eenvoud zelf en zedig als niet één.
»

Sinds geruimen tijd echter leed Theofiel Anthoni aan een hartkwaal. Zijn talrijke functies wogen hem te zwaar, maar toch wou hij geen rust nemen voor zijn oversten hem er toe verplichtten. Op 16 Maart 1907 bezweek hij, amper 57 jaar oud. Vier dagen later werd hij plechtig te Heist begraven, begeleid door een talloze, ingetogen menigte. In het sterfhuis (3) werden ontroerende lijkreden uitgesproken, achtereenvolgens door dhr Jan BIockx, directeur van het Antwerpse Conservatorium; door dhr Hekkers, lid van de administratieven raad van hetzelfde instituut; door dhr Jos. de Klerk, hoger vernoemd, destijds zijn leerling te Antwerpen; door dhr Vermandele, leraar aan het Brussels Conservatorium; door een oud-leerling van dezelfde instelling; tenslotte door meester Amand Verschueren. secretaris van St-Cecilia. Een jaar later, op O. H. Hemelvaart, 29 Mei 1908, werd plechtig hulde gebracht aan Anthoni's nagedachtenis (4). Op zijn graftombe werd een kunstpalm neergelegd, gesmeed door meester ArthurVereecke. Nogmaals kwam Jan BIockx aan het woord, en na hem de heren H. Vinck, Anthoni's opvolger te Antwerpen, en Jozef Truyts, namens St-Cecilia. Met het einde der toespraak van den laatste willen wij dan ook dit zakelijk overzicht besluiten:

« Heist, laat zijn geest u dierbaar wezen,
Breng hulde en lof een dapp' ren zoon;
Vlecht lauw' ren voor den
nooit-volprezen
En zing zijn faam
op hogen toon.
Heropen thans uw gulden boeken
En schrijf ANTHONI's naam
er neer;
Hij hoort wel tot het ras der kloeken,
Hun land en gans een volk tot
eer ! » .

Heist, 15 September 1950.

R. LAMBRECHTS.

(1) Hoofdzakelijk getrokken uit de lijkrede voor Anthoni, uitgesproken door meester Amand Verschueren en verschenen in den Aankondiger van 24-3-1907. Ik richt een speciaal woord van dank tot de heren L. Liekens en R. Van Loo om hun welwillende hulp door het verstrekken van documenten en inlichtingen.

(2) Zie artikel «Bij het graf van Anthoni - door A. Hans, in Het Laatste Nieuws - van 21-3-1928.

(3) Th. Anthoni woonde achtereenvolgens:
- Bij zijn ouders naast de oude zaal St-Cecilia, Bergstraat (nu de huizen J .-B. Wouters, Maria Voet, L. V. d. Wijngaert en gebr. Laumans).
- In 1885 verhuisd naar Antwerpen.
- In 1889 naar Ganshoren, later naar Brussel-Centrum, Bd. du Nord.
- Omstreeks 1895 terug naar Heist, waar hij zijn intrek nam in het huidige politiecommissariaat. Weduwe Th. De Becker-Dils was zijn huishoudster sinds lange jaren.

(4) Wij hebben in ons bezit een «Huldezang aan Phielleken Anthoni en Suske van den Koster”, voor deze gelegenheid gedicht en gecomponeerd, vermoedelijk door wijlen dhr Antoon Verschueren.

Lambrechts, R.: Dankbare hulde aan den Heistsen Nachtegaal Theofiel Anthoni, in: ’t Zwaantje, jaarboek van de Heemkundige Kring Die Swane, Heist-op-den-Berg, 1950, p. 19-23.