Ga verder naar de inhoud

In dankbare herinnering aan Meester Jef Denyn

Kamiel Lefévere, Dr. Mus., Beiaardier

De lang verwachte zomer had zich eindelijk laten voelen over New York en vóór mijn wijd geopende vensters op mijn hoogen toren, aan den oever van de statige Hudson zat ik te droomen, terwijl ik mijn gedachten liet dwalen over het landschap. De natuur is vrijgevig en wispelturig geweest in deze onmiddellijke omgeving en biedt overvloed van afwisselend natuurschoon. De machtige Hudson, slank van op deze hoogte, de indrukwekkende rotswanden, steil en tergend, en bovenop beschilderd met helderwit geschilderde woningen in een milde uitgestrektheid van groen en boomen, de verschillende bergketens aan den overkant in den staat New Jersey, die kronkelend wegsmelten aan den gezichtseinder tot ver in Pennsylvania en het steeds afwisselend zicht over New York, grootsch en eenig met die talloze "skyscrapers" in schijnbaren wedstrijd om het eerst de wolken te bereiken.

Doch, zooals het nogal eens gebeurde, dwaalden mijn gedachten overheen dit alles en verre in het verleden en ons België. Mijn goede vriend Willy Godenne had me immers laten weten dat hij te New York was aangekomen, en het was veertien jaren geleden sinds hij zijn voorlaatste bezoek aan Amerika ten tijde der Wereldtentoonstelling te Chicago. Daar de Mechelaar Willy Godenne een onzer beste voorstanders en beijveraars, sinds vele jaren, voor de beiaardkunst is geweest, en dus in afwachting van zijn komend bezoek op mijn toren, gingen mijn gedachten weer eens hun vrijen teugel voor al het nieuws, vooral wat de na-oorlogsche beweging in België betrof, de mogelijke plannen om de nagedachtenis van Jef Denyn te vereeuwigen met een kunstig ontwerp. En natuurlijk ook het nieuws over onze beiaarden, en de Beiaardschool, de jaren onder bezetting en vooral en bovenal nieuws over Jef Denyn gedurende de laatste paar jaren vóór zijn dood. Dus in al onze gedachten stond Meester Denyn als hoofdfiguur, daar Willy Godenne me reeds had ingelicht over het plan tot het laten verschijnen van een "Gedenkboekje Jef Denyn" mij verzoekend er iets voor te schrijven.

Iets neerpennen of vertellen over iemand, waarin men door lange jaren van intieme vriendschap een personaliteit heeft leeren kennen van al de beste en edelste hoedanigheden, als mensch, als vriend, als leeraar en als kunstenaar, in een volmaakt geheel, het is waarachtig een reuzentaak. Doch al die hoedanigheden kon men het best voelen en genieten in de vertolking van den meester bij het hooren van zijn beiaardspel. Het rondborstig karakter was er, de zonnige glimlach en blijmoedigheid, de zachtheid en ook de strijd voor het te vertolken lied, doch bovenal het volksche in zijn volle macht en schoonheid. Doch in dit bondige overzicht zal ik me maar enkel bepalen tot een terugblik over de laatste vijf en twintig jaren en natuurlijk in verband met de beiaardkunst, Jef Denyn en mijn voorgenomen taak om zijn werk in 't buitenland voort te zetten, in denzelfden geest en bijval, zooals hij het vóór zoovele jaren in België had gedaan. En tot vóór den oorlog zijn dit jaren geweest van onverdeeld geluk en onverdroten streven. Vooreerst werken met den meester en het winnen zijner diepe, intieme vriendschap, de aangename uren doorgebracht op den Sint-Romboutstoren met Meester Denyn en mijn goede vriend Staf Nees en de Zomeravond-concerten, waaraan we toen deel mochten nemen, daarbij het stichten der Beiaardschool en stilaan het verdere voortzetten en verspreiden der beiaardkunst, eerst buiten de grenzen van België en later in Amerika en Canada.

Dit alles ging gemengd met een rijke briefwisseling met Jef Denyn, vol met raad en aanmoediging. Het doel was immers niet enkel om nieuwe beiaarden in te huldigen, doch wel wat Jef Denyn ons had getoond en geleerd en hetwelk hij zoo kunstig had verwezenlijkt in België, nl. om den beiaard onafhankelijk en vrij te houden, den beiaard te laten zingen voor elke gezonde reden in leven en strijd van het volk, het de beste en edelste muziek te laten hooren en dus het goede en schoone in den mensch aan te moedigen. Klokkenmuziek bezit hoedanigheden die tot de natuur schijnen te behooren, vrij en open, rustgevend en aanmoedigend, edel in schoonheid en totaal verwijderd van al het kunstmatige onzer hedendaagsche beschaving. En daar diezelfde kwaliteiten de grondvesten vormen van het Amerikaansch volk en land, als uitwijkelingen van alle landen sinds de laatste driehonderd jaren, menschen, die zich wilden vrijmaken van alle politieke en godsdienstige vervolging, om hier hun eigen vrijheid van geloof en denken te kunnen behouden, vond ik mijn taak dus vergemakkelijkt in deze Nieuwe Wereld. De taal van den beiaard was ook hun taal van vrijheid en verdraagzaamheid, om zingend door het leven te gaan, in den vollen geest van Meester Jef Denyn.

Wanneer ik dus in 1924 voor de eerste maal naar Amerika kwam voor de inhuldiging der eerste reeks beiaardconcerten, was het een onuitsprekelijk genoegen het vrije, democratische karakter van het Amerikaansch volk te leeren kennen en dit pionierswerk met moed in Amerika en Canada aan te vatten. En reeds drie jaren later, in 1927, was de bijval en vooruitgang der beiaardkunst reeds zoover gevorderd dat het mogelijk was om, met de medewerking van wijlen William-Gorham Rice, die zooveel heeft medegewerkt tot den bekomen bijval der beiaardkunst in Amerika en het verwezenlijken der Beiaardschool, Meester Jef Denyn uit te noodigen om de inhuldiging te komen doen van den nieuwen beiaard te Albany, N.Y., en tevens een rondreis te maken. Voor deze reeks beiaardconcerten hadden we zorgvuldig gezorgd dat Meester Denyn enkel beiaarden zou bespelen, waarvan de omvang in aantal klokken hem zou toelaten zijn kunst en vertolking zoo volledig mogelijk te kunnen laten hooren in overeenstemming met zijn naam en faam. En het aantal beiaarden was reeds indrukwekkend geworden sinds de drie jaren dat ik de eerste inhuldiging had gedaan en er waren reeds dertien klokkenspelen in de Verenigde Staten en vijf in Canada.

Er waren er in de volgende plaatsen: drie in den staat Massachusetts, namelijk te Gloucester, te Cohasset en te Andover, in de Philips Academy; twee in Michigan, te Detroit en Bloomfield Hills; twee in den staat New York, namelijk in New York en Albany; twee in New Jersey, in Morristown en in Princeton Universiteit; een klokkenspel te Ames, Iowa in het Agricultural College; een in Birmingham, Alabama; een in Chicago, Illinois en een in Mercersburg Academy, Pennysylvania. Terwijl die in Canada zich bevonden: in de Peace Tower te Ottawa, twee te Toronto in de Universiteit en in de Metropolitan Church; een te Simcoe, Ontario en de vijfde beiaard te Guelph, Ont. De meeste dezer beiaarden waren verschillend in grootte, van twee chromatische oktaven tot drie en vijftig klokken.

De rondreis van Meester Jef Denyn, die vergezeld was van den heer Prosper Verheyden, secretaris der Beiaardschool, genoot overgrooten bijval. Elk beiaardconcert werd voorafgegaan of gevolgd door een lezing met lichtbeelden en gegeven door den heer Verheyden, hetwelk veel bijbracht op geschiedkundig en technisch gebied, tot het verder begrijpen en waardeeren onzer beiaardkunst. In het geheel, dus over een periode van drie en twintig jaren, zijn er in de Verenigde Staten en Canada een 60-tal beiaarden geplaatst. Zestig zingende torens, die voortdurend het goede werk van den meester verkondigen, die vreugde brengen in de harten van vele volkeren en nationaliteiten, die hier in vrede leven [en] getuigen dat het mogelijk is vrede te genieten in deze wereld. De drie laatste nieuwe beiaarden, die dit jaar nog worden ingehuldigd, zijn: een volle beiaard van vier en halve oktaaf, die te Niagara Falls wordt geplaatst in een nieuwen toren. Dit is de grens tusschen Amerika en Canada, doch de toren staat op Canadeeschen bodem, en niet ver verwijderd van de Rainbow Bridge, die voor enkele jaren door de hevige ijsdrukking was vernield, doch sindsdien hersteld. De tweede nieuwe beiaard bevindt zich in een tijdelijk opgestelden toren te Stamford, Connecticut, tot de nieuwe kerk en toren voltooid zijn. Dit klokkenspel bestaat uit 36 klokken en is een geschenk van de firma Nestlé & C°, uit Zwitserland, die hier te Stamford tijdelijk en gedurende de oorlogsjaren heeft verbleven en een blijk van erkentelijkheid wou geven aan deze kerk en aan het volk van Stamford. En de derde nieuwe beiaard zal bestaan uit twee oktaven en geplaatst worden in een nieuwe kerk te San Antonio, in Texas. Hetwelk wel aantoont dat de beiaardbeweging zich fel over gansch Amerika uitspreidt.

De eerste "Laura Spelman Rockefeller Memorial Carillon" bestaande uit 53 klokken, opgesteld in den toren der Baptist Church in 1924, werd later verplaatst naar de grooter gebouwde Riverside Church met haar hoogen prachtigen toren, en de beiaard gebracht van 53 op 72 klokken, zes chromatische oktaven. Dit is de grootste, zwaarste en volledigste beiaard in de wereld en in de klokkengeschiedenis en ik heb het steeds betreurd dat Meester Denyn nooit de kans werd gegeven om dezen beiaard te bespelen en dit hoogtepunt van beiaardontwikkeling te hebben kunnen bewonderen; slechts in de gieterij te Croydon heeft hij hem gekend. Deze beiaard in zijn tegenwoordige ligging en in deze wereldstad doet misschien wel meer dan elk andere beiaard in Amerika tot het verspreiden der beiaardkunst en het aantal torenbezoekers neemt steeds toe. Dit jaar nog zal men mijn twintigste verjaring als beiaardier te New York vieren en dit is de eenige beiaard die zijn diensten heeft kunnen verleenen gedurende de oorlogsjaren, - op aanvraag van het Amerikaansch goevernement -, in den strijd voor recht en vrijheid in vele landen en voor vele volkeren. Beiaardmuziek was opgenomen op platen en werd regelmatig uitgezonden door de radio naar de bezette landen en weer eens als de stem van het volk, voor vrijheid en vrede. En in de "Guild of Carillonneurs in North America", gesticht in 1936 en waarvan schrijver dezes tot voorzitter werd gekozen tijdens het Beiaardcongres te New York in 1939 en herkozen tijdens het Beiaardcongres in 1946, dat gehouden werd in de Universiteit te Princeton, streeft men steeds tot het verspreiden en hooghouden der beiaardkunst zooals zij ons is nagelaten, in den geest van Meester Denyn.

Als kunstenaar en beiaardier mag met volle recht gezegd worden dat Jef Denyn op den voorrang staat met onze grootsten; dat hij zijn volk heeft leeren luisteren, zooals Peter Benoit het volk heeft leeren zingen en Hendrik Conscience zijn volk heeft leeren lezen. Als mensch staat hij op den voorgrond, ja neemt hij een eereplaats in en kan als toonbeeld gesteld worden. zacht van aard, met een gouden inborst, zangerig-blij van karakter en verdraagzaam op elk gebied, waren zijn kunst en vertolking een ware uiting van zijn hart. Dit te kunnen uitgalmen en te zingen vanuit zijn hoogen toren en het gansche volk zonder onderscheid te kunnen laten genieten was zijn grootste belooning.

Het volk is den Meester veel verplicht en is het waarlijk te hopen dat het dan ook een kunstig monument moge doen verrijzen b.v. bij den tiende verjaring van zijn afsterven. En het zou bij voorkeur van een zinnebeeldige schepping kunnen zijn, om Jef Denyn en zijn werk te vereeuwigen en het nageslacht te toonen dat zijn volk hem erkentelijk is voor al het schone dat hij aan de wereld heeft geschonken.

En voor ons, beiaardiers, is het een heilige plicht om voort te planten wat zoo vrijgevig werd gezaaid door den Meester, tegelijkertijd eens denkend aan wat Peter Benoit zoo heerlijk heeft gegeven in "Vlaanderens Roem", wanneer de dichter, droomend van de zending die aan de kunst in zijn verheerlijkt land is toebedeeld, de vraag hoort oprijzen: "En dan - En dan?" En het gansche volk, mannen, vrouwen, knapen en kinderen zullen antwoorden: "Dan zal de Beiaard spelen van alle torentransen!"

New York, 31 Juli 1947

Lefévere, K.: In dankbare herinnering aan Meester Jef Denyn, in: Gedenkboek Jef Denyn, Brussel, 1947, p. 38-42.