Ga verder naar de inhoud

Te Gent overleed deze verdienstelijke toondichter, die gedurende 39 jaar als artistieke leider van Vooruit werkzaam is geweest. Dank zij zijn talent en zijn minzaam karakter, telde hij niets dan vrienden, zoo buiten als binnen zijn partij. Hij was leerling van Samuel en reeds won hij een 1sten prijs voor fuga, toen hij 16 jaar oud was. Na een 2e prijs van Rome veroverd te hebben werd hij leider van den Marxkring en de Vooruit-Harmonie. Dat hij hier reuzenwerk geleverd heeft, ten einde zijn weinig geletterd publiek te verheffen, dient eerlijk verkond. Als componist maakte hij indruk met Wereldsch Requiem, Pro Memoria, Groeninger Cantate, Vooruit’s Roem, Le Nouveau Monde, Jubelcantate, Ons Forum, De Arbeid, L’Ame du Borinage enz.

Veel van die compositiën hooren thuis in de strijd- en gelegenheidsmuziek, een ideaal dat de streng artistieke kritiek moeilijk kan verwarmen. Heden worden haar rechten nochtans niet miskend in Duitschland. Veel fragmenten bij V. D. M. mogen krachtig en prachtig geslaagd heeten… Voor het tooneel leverde hij vrij veel. Zijn ouverture van Keizer Tiberius is op het repertorium gebleven en Liva, een symbolische opera, is te Gent nog niet vergeten. De Vlasgaard beleefde verscheidene reeksen van opvoeringen, - ook in het Fransch, - doch behaagde minder te Antwerpen. Het gevoelig Intermezzo voor orkest heet nog altijd één der lievelingsstukken van het Gentsche concertpubliek. De Intermezzo’s van Liva en Halewijn hebben eveneens hun bewonderaars. Het mysteriespel, Heer Halewijn, dwong krachtige toejuichingen in den Franschen schouwburg af… Talrijk zijn de liederen van den Gentschen meester. Melodie is voorzeker een voorname inspiratie. Het Weeflied en het Ave Maria uit den Vlasgaard blijven bekoren. Bij Petrus en De Voorspelling hebben honderden menschen gelukkig gemaakt...

Als leeraar aan het Conserv. behoorde de afgestorvene insgelijks tot de edelste krachten uit de Vl. Muziekwereld…

De componist onderteekende ook verscheidene mannenkoren, die op het Gentsche repertorium gebleven zijn… Moeilijk valt te zeggen van wien de toondichter eigenlijk uitgaat: waarschijnlijk van de klassieken en van Peter Benoit. Een stormig temperament, à la Jef Van Hoof, had hij niet en gloeiende agitatieliederen heeft hij niet geschreven. Zijn muziek was veeleer zangerig, voornaam, vormschoon, dikwijls pastoraal. (Zie M. W. Nr 12, 1923).

N.N.: Jozef Vandermeulen †, in: Muziek-Warande, jrg. 10, nr. 11, 1 november 1931, p. 240.