Ga verder naar de inhoud

Veel werd reeds geschreven over Meester Peter Benoit, doch merkwaardig is het wel dat er tot hiertoe nooit iets of zeer weinig over zijne buitengewone kunst van dirigeren gezegd is geworden, want onbetwistbaar is het dat ook zijn invloed in deze overweldigend op zijne leerlingen, volgelingen en zij die het geluk hadden den Meester als dirigent van dichtbij werkzaam te zien, heeft ingewerkt.

Opmerkzaamheid verdient het zeker dat er in Benoit twee orkestmeesters huisden, totaal verschillend van elkander, doch beide even indrukwekkend, namelijk den dirigent zijner kantaten en oratorios en deze der werken van de klassieke meesters.

In het eerste geval waren de gebaren groot, en machtig dwong hij de massa onder zijn alles overheerschend gezag en mocht er dan soms een kleine fout gedaan worden, dan was dit van minder belang indien het enthousiasme er maar niet bij te loor ging. Het was prachtig hem over die talrijke schaar van zangers en orkestleden te zien troonen als levenwekker.

Evenwel staat boven den dirigent van eigen werk, althans volgens mij, den fijnzinnigen en diepvoelenden vertolker van de klassiekers en het werk van andere komponisten. Eene herhaling van welk een dezer werken was, voor allen die er bij tegenwoordig waren, een les van verheven esthetiek want van af de beginnoot tot de laatste dubbele maatstreep legde hij er de konstruktie en het idee dat volgens hem het werk beheerschte van uit in klare, fijne bewoordingen zonder eenige affektatie of aanstellerij en liet tot staving van zijne opvatting stukken en brokken, soms maar één maat spelen tot beter begrijpen van hetgeen hij vooruitzette. Onnoodig er op te wijzen dat zijne opvatting van een werk meestal onaanvechtbaar was.

Met sober gebaar, soms alleen met zijn doordringende blik, verkreeg hij aldus uitvoeringen van onovertroffen schoonheid. Nooit hoorde ik daarna b.v. een Sinfonie van Beethoven uitvoeren, onder 't is gelijk welke leiding ook, die vergeleken kon worden aan eene door Benoit vertolkt. Benoit was een der grootste en machtigste orkestleiders.

Van zijne leerlingen die ook als dirigent werkzaam geweest zijn, helden Wambach, doch vooral Keurvels meer over naar den oratorium- en cantateleider Benoit, terwijl Blockx en nog in meerdere mate Mortelmans zich meer als opvolgers van de sinfoniendirigent lieten kennen. Ook Lenaerts kan als staande langs deze zijde beschouwd worden.

Handgeschreven tekst uit het dossier van Julius Schrey, AMVC-Letterenhuis, Antwerpen.