Ga verder naar de inhoud

20 jaar Phaedra

28 oktober 2012

door Frits Celis

Toen ik een tijdje geleden aan Luc Famaey vroeg om vandaag een woordje tot u te mogen richten, heeft hij schoorvoetend toegestemd, want hij wil nooit in het zonnetje geplaatst worden.

Het getuigenis van Claude Debussy indachtig - "avoir quelque chose à dire, rend souvent timide" - verkiest Luc een onopvallend plekje in de schaduw. Ik heb hem dus beloofd enkel zijn zonden op te sommen. Maar vermits ik zijn privaat leven als even schaduwrijk ervaar, heb ik mijn gelofte verbroken en er mij noodgedwongen toe beperkt om tenminste zijn moeilijk te overschatten artistieke verdiensten het volle zonlicht te gunnen. Ik vraag hem dus nederig om verontschuldiging voor die woordbreuk.

Luc Famaey is bewust conservatief ingesteld, althans wat ons Belgisch muziekpatrimonium betreft. Het woord "conservatief" gebruik ik hier echter allerminst in negatief-denigrerende zin, maar in zijn oorspronkelijke betekenis, naar het Latijnse woord "conservare": dus bewaren, en, meer bepaald wat Luc Famaey betreft: verzorgen, en datzelfde patrimonium met grenzenloze toewijding blijven koesteren.

Hetgeen hij, 20 jaar lang, dag-in-dag-uit, via zijn cd-merk Phaedra heeft verwezenlijkt, betekent niets minder dan diezelfde ongemeen rijke schat aan Belgische muziek te behoeden en vrijwaren voor een totale miskenning en vergetelheid. Het ligt voor de hand dat, naast het programmeren van waardevolle Waalse muziek, zijn voornaamste bekommernis naar Vlaamse componisten uitgaat, evenzeer naar diegenen die wij beschouwen als erfenis uit het verleden, als naar het oeuvre van min of meer hedendaagse toondichters, ongeacht de generatie waartoe ieder van hen behoort. Aan zovelen, en in hoge mate ook aan mezelf, heeft Luc Famaey als nagenoeg enige een blijvend artistiek onderdak en een veilige thuishaven geboden in zijn cd-reeks In Flanders' Fields.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd aan het front rond de stad Ieper een sedertdien wereldberoemd gedicht geschreven met dezelfde titel. Inhoudelijk ging het toen uiteraard om louter negatieve gebeurtenissen, doordrenkt van een diepe nostalgie om het voor altijd brutaal vernietigde. Misschien heeft Luc Famaey zich ten dele laten inspireren door dat laatste aspect toen hij 20 jaar geleden zich met verbeten wil en doorzettingskracht ging inzetten om te verhoeden dat ook de artistieke Flanders' Fields eenzelfde lot zouden ondergaan.

Hetgeen hij gedurende die lange tijdspanne tot stand gebracht heeft, is het werk van een éénmansbedrijfje, ondergebracht in zijn bijzonder kwetsbaar Phaedra-bootje dat onafgebroken tegen stroom-in en met voortdurende tegenwind koppig wilde verderzeilen, zonder te kapseizen. Inderdaad kreeg zijn idealisme steeds opnieuw af te rekenen met de ontmoedigende tegenkantingen en kwetsende onverschilligheid, zowel vanwege de media als van allerlei zogenaamd Vlaamse kulturele instanties, wier veelal rijkelijke subsidies in de eerste plaats bedoeld zijn om volop kansen te bieden aan talentvollle Vlaamse musici, maar die in hoge mate aan die opdracht tekortschieten. Zelfs het hier gevestigde Conservatorium negeert thans zijn stichter Peter Benoit door niet langer meer Vlaams te willen genoemd worden.

En tóch is het scheepje Phaedra niet gezonken. Want in schril contrast met dergelijke beschamende situaties worden diezelfde cd's in steeds groter aantallen gretig in het buitenland aangeschaft, tot in ver afgelegen gebieden met een niet-Europese culturele achtergrond.

En ten slotte bewijst Luc Famaey ook vandaag eens te meer zijn bewonderenswaardig, nobel altruïsme door bij de programmatie van dit heuglijk concert zelfs aan mijn jeugdwerkje andermaal een kans te gunnen.

Beste gedreven muzikanten van dit uitstekend jongerenorkest, straks zult u de unieke kans krijgen om, onder leiding van uw bezielende dirigent, een bijzonder origineel werk te vertolken van het meest authentieke genie uit de Russische muziek van de 19de eeuw, namelijk Modest Moessorgski, in de meesterlijke orkestratie van de grote Franse komponist Maurice Ravel. Niettemin durf ik hopen dat u eveneens de waarde zult beseffen van hetgeen ook onze Vlaamse Lodewijk Mortelmans en August De Boeck, samen met vele anderen, u te bieden hebben. En voor Luc Famaey zou het een deugddoende geruststelling en beloning betekenen als u zijn boodschap later zoudt uitdragen, hetzij als beroepsmusicus, hetzij als lief-hebber: dit wil zeggen als iemand die van diezelfde eigen muziek met trots blijft houden.

Mijn allerbeste Luc, van ganser harte wens ik u een zo gaaf mogelijke gezondheid toe: ten bate van uzelf, ten bate van uw even ónbaatzuchtige vrouw Leen, ten bate van uw kinderen, uw kleinkinderen en wat er nog moge op volgen, en... ten bate van ons aller "Phaedra"!

**************************************************************


door Jan Dewilde

Vandaag, dames en heren, is het de honderdste verjaardag van de sterfdag van Edgar Tinel: hij overleed op 28 oktober 1912, in de directeurswoning van het Brussels Conservatorium, aan de gevolgen van een leverkwaal. Tinel was een internationaal gevierd componist; zijn oratorium Franciscus werd vele honderden keren uitgevoerd en ging letterlijk de wereld rond; hij speelde een eminente rol in de hervorming van de kerkmuziek, en met het Lemmensinstituut en het Conservatoire royal in Brussel leidde hij twee belangrijke muziekhogescholen. Een grote mijnheer dus, een van onze belangrijke componisten. Voor zover ik heb kunnen nagaan, speelt Klara vandaag geen minuut muziek van Tinel. Vandaag wijdt men wel de hele namiddag en vooravond, van 1 tot 8, aan Glenn Gould, ter gelegenheid van diens 80ste geboortedag, zo vermeldt de Klara-website. Is Glenn Gould dan geboren op Tinels sterfdag, vandaag op 28 oktober? Ik heb het voor u opgezocht: Gould werd geboren op 25 september 1932. Maar vandaag, op de honderdste verjaardag van Tinels dood, programmeert men dus wel 7 uren Glenn Gould en geen seconde Edgar Tinel.

Mijn bijdrage aan deze feestelijke namiddag zal kort zijn, dames en heren: Luc Famaey heeft me uitdrukkelijk gevraagd om geen Thebaanse loftrompet te steken, noch met het wierrookvat te zwaaien. En daar sta je dan, als feestredenaar. Ik hoop dat ik hem met wat volgt toch kan plezieren en, vooral, dat ik duidelijk kan maken - voor zover dat in dit gezelschap nog nodig is - wat Famaey met zijn label Phaedra heeft gerealiseerd.

Phaedra is een eenmansbedrijf dat op 20 jaar tijd, zonder subsidies, 104 cd’s uitgeeft, waarvan 76 in de onvolprezen reeks In Flanders' Fields: Vlaamse muziek dus, waarvan het overgrote deel wereldpremières op cd, met uitstekende uitvoerders uit binnen- en buitenland; goed opgenomen, in meerdere talen van een verduidelijkende tekst voorzien, en nog mooi vormgegeven ook.

Dat een gepensioneerde VRT-ambtenaar dat in zijn eentje voor elkaar krijgt, is toch een enorme blaam voor het omroepbeleid zoals het sinds vele jaren gevoerd wordt. De hele discografie van Phaedra is niet alleen een onschatbare auditieve Vlaamse muziekgeschiedenis, maar is tegelijkertijd een even welluidende als striemende aanklacht tegen het toch wel decennia lang mismeesteren van ons muziekerfgoed door de omroep; en dan vooral van dat erfgoed waarvoor omroepensembles nodig zijn: met name de symfonische literatuur en de grote vocale werken met orkest.

Natuurlijk zijn er ook goeie dingen gebeurd. Als we ons beperken tot het cd-tijdperk waren er André Laporte en Alexander Rahbari die de kansen grepen die een verlichte platenbaas als Klaus Heymann bood, wat ze dan op het Discover-label verder zetten; en er zijn de cd’s van het Vlaams Radio Orkest in de reeks Flemish Connection, al zijn die voor een groot deel een doorslag van het pionierswerk dat Freddy Devreese op Naxos al had gepresteerd. Maar sindsdien is het wel oorverdovend stil geworden aan die kant, zowel bij Klara, als bij het voormalig radio-orkest en het Vlaams Radio Koor, dat nochtans met Vic Nees ter zake een goede leermeester had.

Als we terugblikken op hoe de nationale omroep de voorbije halve eeuw is omgegaan met het eigen muziekerfgoed, kunnen we toch alleen maar vaststellen dat het vele gemeenschapsgeld niet heeft gerendeerd. Er zijn geen goeie opnames beschikbaar die we zo op cd kunnen uitbrengen van, zeg maar, de symfonieën van Charles-Louis Hanssens, of van die van Hendrik Waelput of August Baeyens; het publiek kan geen opnamen op internationaal niveau beluisteren van Peter Benoits Quadrilogie religieuse of van zijn Lucifer, noch van Paul Gilsons Francesca da Rimini of van Norbert Rosseaus L’an mille. Het blijft toch een pijnlijke vaststelling dat de publieke omroep met de beschikbare gelden, met het talent dat in het omroepkoor- en orkest verzameld is en met de opnamefaciliteiten waarover men beschikt, slechts zo’n povere resultaten kan voorleggen.

Als we die resultaten dan leggen naast wat Luc Famaey op twintig jaar tijd op zijn eentje aan klinkend materiaal heeft gerealiseerd, dan hoef ik niet meer de loftrompet te steken of het wierookvat te zwaaien, de feiten spreken voor zich. Aanvankelijk is Famaey begonnen met kwaliteitsvolle opnamen van kamermuziek, waarmee hij meteen de mythe alsof er in Vlaanderen nauwelijks of geen goede kamermuziek is geschreven, naar de prullenbak verwees. Dankzij zijn persoonlijke contacten met componisten, was en is Famaey ook goed geplaatst om de vinger aan de pols te houden en hij schrikt er dan ook niet voor terug om hedendaags werk te programmeren, muziek die op Klara gebannen wordt wegens niet radiofonisch genoeg, waarmee men onze huidige componisten koudweg buiten spel plaatst.

Maar gaandeweg zou Famaey zich niet tot betaalbare kleine bezettingen blijven beperken: naarmate het radio-orkest meer de neus ophaalde, vond hij in het buitenland wél orkesten bereid om Vlaamse muziek op te nemen. Toch wel een sterk staaltje cultureel entrepreneurschap! Ook lukte hij er in om excellente buitenlandse artiesten te engageren, denk maar aan de fameuze Zweedse sopraan Nina Stemme die hij kon overtuigen om liederen van August De Boeck op plaat te zetten. Dat hij haar wist te strikken vóór ze haar grote internationale doorbraak kende, bewijst ook zijn neus voor talent. En hoeveel uitstekende musici van bij ons heeft hij met zijn cd’s een podium én een mooi visitekaartje geboden? Uitvoerders die ondanks hun grote kwaliteiten op een podium als dit zelden of nooit een kans krijgen. Zo kreeg Jozef De Beenhouwer - zeg maar de huispianist van Phaedra - die zich zijn hele carrière lang al afslooft om Vlaamse muziek te promoten, zo kreeg hij dankzij Famaey ook de gelegenheid om op cd vast te leggen en over de grenzen te laten horen wat wij al lang wisten, namelijk dat hij een Schumann-interpreet van internationaal niveau is. Om dat alles, dames en heren, zij Luc Famaey geloofd en geprezen.

Nu ik mijn toezegging om niet de loftrompet te steken heb geschonden, wil ik het tweede deel van mijn belofte wél houden, namelijk dat ik het kort zal houden. Luc Famaey, dames en heren, is er in gelukt om vele componisten en composities waarvan we decennia lang alleen maar de namen en de titels kenden, tot klinken te brengen en op cd vast te leggen. Ik wil eindigen met de welgemeende wens dat hij dat werk nog lang mag voort zetten.

Meer nieuws

Over onze kerst-cd

24/11/2023
Christmas Carols, Cantiones Natalitiae From The Era Of Rubens” door het Flanders Boys Choir en Dieter Van Handenhoven & Ensemble, op…

Vrijwilligers gezocht!

24/11/2023
Het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek is op zoek naar vrijwilligers die willen helpen bij het digitaliseren van muziekerfgoedmaterialen,…

Peter Benoit & co in hogere sferen

27/06/2023
'Au clair de la lune. Flemish romantic piano music' is te beluisteren op alle internationale vluchten van ANA