Ga verder naar de inhoud

Nieuwsbrief 5 (januari 2003)

1. Concerten

Gent, Concertzaal Miry (Conservatorium, Hoogpoort; 64) - 8 februari 2003 - 20.00 u. - Huldeconcert voor Julien Mestdagh, die op 21 november 2002 zijn 80ste verjaardag vierde.

De pedagoog, dirigent en componist Julien Mestdagh studeerde aan het conservatorium van Gent (theoretische vakken, piano en orgel) en volgde compositieleer bij Jules Toussaint de Sutter. Met zijn Sonate voor viool en piano won hij de compositiewedstrijd Emile Mathieu. Hij werd ook laureaat van de directiecursus die hij bij Herbert von Karajan aan het Mozarteum in Salzburg volgde.

Aan het Koninklijk Cnservatorium van Gent werkte hij als begeleider, leraar notenleer en leraar contrapunt en fuga. Die laatste functie bekleedde hij ook aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij bovendien seminaries voor gehoorvorming gaf. Aan het Lemmensinstituut was hij leraar gehoorvorming, analyse en contrapunt en fuga, en aan het Conservatorium van Rotterdam doceerde hij harmonie, analyse en contrapunt. Tenslotte was hij leraar algemene muzikale vorming aan het hoger secundair kunstonderwijs.

In opdracht van het Ministerie van Nederlandse Cultuur maakte hij pedagogische studiereizen naar Berlijn, Keulen, Wenen, Rome, Napels, Siena en New York.
Naast die veeleisende pedagogische bezigheden, was hij gedurende twintig jaar gastdirigent aan de Koninklijke Opera in Gent en werkte hij met verschillende orkesten. Als artistiek directeur van de Studio Steurbaut was hij verantwoordelijk voor tal van muziekopnamen.

Naast didactische werken componeerde Mestdagh liederen, koorwerken, piano- en orgelmuziek en orkestwerken. Als componist kreeg hij opdrachten van het Festival van Vlaanderen, de Stad Knokke, de Gentse Stadsconcerten en van verschillende ensembles.

Uitvoerders op het huldeconcert zijn Frederik Ghijselinck (fluit), Wietse Beel (viool), Frederik Boits (altviool), Hilde Geiregat (piano) en Katelijne Burie (piano).
De laudatio wordt uitgesproken door Michaël Scheck.
Reservatie: 09/230 21 21 Berchem, De verrezen Heer-kerk (Berchem-Stadionstraat) - 14 februari 2003 - 20.15 u.

Recital door Henry Raudales (viool), Marie Hallynck (cello) en Levente Kende (piano). Op het programma staan, naast het Pianotrio Dumky van Antonín Dvorák, ook de Barcarolle van Joseph Ryelandt en het Pianotrio nr. 2 opus 4 van Jef Van Durme.
Reservatie: 03/213 86 60

2. Jacques Nicolas Lemmens op de internationale cd-markt

Dat heel wat buitenlandse organisten sterk geïnteresseerd zijn in het werk van Jacques Nicolas Lemmens (1823-1881), dat bewijzen de vele cd-opnamen van de laatste jaren. Hieronder volgt een selectie:

De Nederlander Ben van Oosten zette de drie Orgelsonates op de cd Lemmens Organ Works. Complete Sonatas: de Sonata nr. 1 'Pontificale', de Sonata nr. 2 'O Filii' en de Sonate nr. 3 'Pascale'. De cd sluit met Prelude, Fanfare, Cantabile, Prière en Finale uit Ecole d'orgue.
Van Oosten bespeelt het Schyvenorgel in de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken.
Meer informatie: www.ohscatalog.org/jaclemorworb.html.
Op de cd Les Angélus French sacred music for soprano and organ bespeelt diezelfde Ben van Oosten het orgel in een opname van Lemmens’ Psalm 148 Laudate Dominum de Caelis. Margaret Roest zingt de sopraanpartij.
www.mdg.de/titel/0991.htm
Een andere Nederlandse organist, Geert Bierling, bracht een cd uit met de hymne Creator Alme Siderum (naast werk van J.S. Bach, Alexandre Guilmant, Gabriël Pierné.) Bierling bespeelt het Steendamorgel van de Gereformeerde Kerk in Hogeveen.
www.orgelbouwsteendam.nl.
Alan Spedding, organist en koordirigent in Beverley Minster, speelt op de cd Organ music from Beverley Minster Lemmens’ Toccata. Verder ook composities van Dietrich Buxtehude, Camille Saint-Saëns en Charles Hubert Parry.
In Beverley Minster staat een groot Hill-orgel, dat nog Snetzler-pijpen van het Minster'-orgel uit 1769 bevat.
www.amphion-recordings.com/cathedral.html.
Voor de cd Encore à la française (1990) nam de Amerikaan Michael Murray Lemmens’ Fanfare op, samen met werk van onder andere César Franck, Louis Vierne, Charles-Marie Widor en Francis Poulenc (het Orgelconcerto met het Atlanta Symphony Orchestra o.l.v. Robert Shaw).
www.amazon.fr.

Die Fanfare is een van Lemmens’ populairste stukken en is terug te vinden op, onder andere, volgende cd’s:
Historic organs of Baltimore”, een vierdubbele cd waarop een pleiade aan Amerikaanse organisten een zeer gevarieerd programma brengen.
www.ohscatalog.org/hisorofbal.html.
Historic Organs of Portland, een eveneens vierdubbele cd waarop de Fanfare wordt vertolkt door Peter Sykes op het Hook & Hastings-orgel (1883) van The Old Church, Portland.
www.ohscatalog.org/hisorofporpi.html.
Masterpieces from the Church of Saint Mary the Virgin, New York City, met organist Kyler Brown op het Aeolian-Skinner 4m-orgel.
www.store.yahoo.com/ohscatalog/stmarvir.html.
100th Anniversary performance, een opname die werd uitgebracht ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de inspeling van het Hilborne L. Roosevelt-orgel in 1883. Organist is Earl Miller.
www.store.yahoo.com/ohscatalog/00anper.html.
Victorian Gems: op deze cd registreerde William Aylesworth Lemmens’ Fanfare, samen met diens Prélude à 4 parties. Op het Hook & Hastings-orgel uit 1875 van de Scottish Rite Cathedral in Chicago nam hij verder werk op van onder anderen Charles-Marie Widor, Camille Saint-Saëns en Horatio Parker.
www.ohscatalog.com/ohscatalog/recordings.
Music from Blenheim Palace: Carol Williams speelt de Fanfare op het orgel dat zich in het geboortehuis van sir Winston Churchill bevindt. Naast Lemmens’ werk bevat de cd vooral Engelse muziek.
www.store.yahoo.com/ohscatalog/carwilatblen.html.
En er bestaat ook een historische opname van de Fanfare, en die is te vinden op de cd British organists of the 1920’s. Recorded 1926 to 1930. De opname is van sir Walter Alcock. Op deze cd staat ook nog Lemmens’ Fantasie in E 'De Storm', gespeeld door Harry Goss-Custard.
Nog meer Belgisch werk trouwens op deze cd met Pensée d'Automne, opus 47 nr. 2 van Joseph Jongen, hier vertolkt door Harold Edwin Darke.
www.amphion-recordings.com/organists2.html.
Op de cd L’organiste moderne at the Second Empire speelt Georges Lartigau Lemmens’ Laudate Dominum en Prière. De cd laat verder nog werk horen van César Frank en Alexandre Guilmant. Lartigau bespeelt het historische Georges Wenner-orgel (1870) van de Notre Dame in Lescar.
www.ohscatalog.org/lormodatsece.html.
Op de cd Guilmant in America (1995) reconstrueert James Hammann het eerste concert dat Alexandre Guilmant in 1893 op de Wereldtentoonstelling in Chicago speelde: J.S. Bach, Felix Mendelssohn-Bartholdy, Robert Schumann, Théodore Dubois, Alexandre Guilmant en Lemmens’ Sonate nr. 1 Pontificale. Hammann maakte deze opname op het Farrand & Votey-orgel van de St. Martin of Tours Roman Catholic Church in Louisville, Kentucky.
www.masterdigital.com.
De Marche Pontificale is te horen op de vierdubbele cd Historic organs of Maine.
www.store.yahoo.com/ohscatalog/hisorofmain.html.
Prière in E werd opgenomen door Leo Abbott op Amerika’s grootste orgel uit de 19de eeuw, namelijk het E. & G. G. Hook & Hastings-orgel van de Holy Cross Cathedral in Boston.
www.store.yahoo.com/ohscatalog/sleepgianawf.html.
En Lemmens’ werk ontsnapt niet aan arrangementen. Vorig jaar verscheen de cd Meditationsmusik mit Panflöte und Orgel met daarop werk van Johann Sebastian Bach, Matthias Schlubeck, Jean-Claude Mara, Remo Giazotto, Joseph Gabriel Rheinberger en Jacques Nicolas Lemmens, wiens Cantabile werd opgenomen. Uitvoerders zijn de organist Andreas Meisner en de panfluitist Matthias Schlubeck. De Dom van Altenberg was de locatie voor de opname.
www.panofon.de/ms0205cd.html.

3. Flor Peeters over Jacques Nicolas Lemmens

De historische tekst is deze keer van de hand van Flor Peeters. Later op het jaar komen we in deze nieuwsbrief nog terug op de honderdste verjaardag van Peeters’ geboortedag – 4 juli, trouwens ook de dag van zijn overlijden in 1986 – maar nu al laten we hem postuum zelf aan het woord over zijn illustere voorganger.

Flor Peeters sprak zijn zijn Lemmenshulde uit tijdens het Internationaal Orgelcongres dat in Tongerlo van 4 tot 6 augustus 1951 plaatsvond. De tekst werd afgedrukt in Musica Sacra Mechelen, september 1951, p. 102 - 106

"Geachte toehoorders,

Het is passend dat wij, ter gelegenheid van dit orgelcongres, de figuur van Jaak Nikolaas Lemmens huldigen, omdat hij voor ons en ver buiten de grenzen van dit kleine land, de levenswekker is geweest van de orgelcultuur van de 19e eeuw.

In de eerste plaats gaat onze hulde naar Lemmens, als de meest representatieve figuur in de katholieke orgelwereld van zijn tijd.

Als paedagoog is hij een baanbreker geweest, en mogen wij hem gerust de grondlegger noemen van het moderne orgelspel. Zijn orgelmethode is daarvan het klaarste bewijs. De toepassing van het afwisselend gebruik van punt en hak bij het pedaalspel en het substitutieprinciep der vingertechniek zijn, onder meer, inventies geweest van hem zelf, waarin hij bewees dat hij zijn tijd ver vooruit was.

Als professor van orgel aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel – nadat hij in Breslau bij Hesse gestudeerd had – heeft hij een schare van leerlingen gevormd, die de grondslagen van zijn onderwijs verder hebben uitgedragen over westelijk Europa.

Onder zijn leerlingen en zijn latere discipelen van het Lemmensinstituut, vernoemen wij:
Jozef Tilborghs, orgelprof. Aan het Kon. Conservatorium te Gent;
Edward Andlauer, organist van St. Gregorius te Hagenaer (Elzas);
Frans Riga, organist der Minimen te Brussel;
Jozef Vallon, organist der Sint-Patrickskerk te Liverpool;
Clément Loret, orgelprofessor aan het Conservatorium te Parijs;
Alfons Mailly, orgelprofessor aan het Kon. Conservatorium te Brussel;
Jan Stephens Pirongs, organist te Londen;
Jozef Callaerts, organist van de Kathedraal te Antwerpen;
August Groven, leraar aan de muziekschool te Mechelen;
Manillus Bogaerts, organist te Tilburg;
Pieter Estourgie, organist op het eiland Sint-Mauritius;
Edmond Lemmens, organist te Laken;
Alexander Guilmant, organist H. Drievuldigheidskerk te Parijs;
Cesar Loret, organist St. Bonifatiuskerk te Brussel;
Antoon Masagé, orkestmeester te Parijs;
Matheus Balthasar, kapelmeester te Namen;
August Andlauer, organist Notre-Dame-des-Champs te Parijs;
Charles Marie Widor, organist Sint-Sulpitiuskerk te Parijs;
J.B. Coppens, organist Begijnhofkerk te Brussel;
Frans De Mol, directeur muziekschool te Oostende;
Lodewijk Maes, organist Paleis van Volksvlijt te Amsterdam
en
Alfons Desmet, orgelprofessor aan het Kon. Conservatorium te Brussel

Verder heeft Lemmens door zijn veelvuldige recitals, als concertorganist, vooral in Frankrijk en in Engeland, de orgelmuziek en meer specifiek de orgelwerken van Bach gepropageerd. Daardoor heeft hij de principes van zijn orgelonderwijs op een bredere basis ingang doen vinden bij het orgelpubliek, en veel bijgedragen tot waardering van het orgelspel bij het grote publiek, dat totaal bedorven was door de wansmaak van die tijd.

Door de ervaringen opgedaan bij het bespelen van vele orgels, was Lemmens een kostbare raadgever in zake orgelbouw. De geniale orgelbouwer Cavaillé-Coll wist de opmerkingen van onze orgelvirtuoos ten zeerste te waarderen. Wanneer een nieuw orgel opgesteld stond in het atelier te Parijs, werd Lemmens vaak geïnviteerd om het pas voltooide instrument grondig te onderzoeken en te keuren. Vanuit dit oogpunt zijn de correspondentie tussen Lemmens en Cavaillé-Coll, alsook de nagelaten brieven van de Franse orgelbouwer zeer belangrijk.

Het zou een onvergeeflijke tekortkoming zijn, indien we bij deze gelegenheid Lemmens niet zouden huldigen als de verdediger der Gregoriaanse muziek. Zijn werk: Du chant grégorien, sa mélodie, son rythme, son harmonisation, dat eerst na zijn dood verscheen en uitgegeven werd door Abbé Duclos, wijst op de goede richting die Lemmens had ingeslagen voor zijn tijd.

Eén enkele reis naar Rome scheen niet voldoende te zijn, om Zijne Heiligheid te overtuigen van de noodzakelijkheid ener restauratie van de Gregoriaanse kunst. Er schenen te Rome in de oppositie nog andere doeleinden te worden nagestreefd dan zuiver muzikale!

Daarom gaat de keikoppige Kempenaar een tweede maal zijn zaak bepleiten bij de Paus, en ditmaal haalt hij zijn slag thuis. Achteraf begrijpen we nog beter de toedracht van dit bezoek en beseffen we des te meer dat Lemmens gelijk had op heel de lijn.

Is het niet ontroerend mooi, dat diezelfde Lemmens, die de schitterendste successen van zijn meesterlijk orgelspel in de grote concertzalen heeft gekend, op het laatste van zijn leven een kruistocht onderneemt om voordrachten te geven in Parijs en elders over de Gregoriaanse muziek? Zijn gecultiveerde echtgenote, die in Engeland een bekende zangeres was, stond hem hierin dapper ter zijde met haar fijnzinnige voordracht.

En is het slot van zijn leven geen magnifieke bekroning geweest van een voortdurende geestelijke opgang: namelijk de stichting van de kerkmuziekschool te Mechelen? "Hij wilde zich nog slechts uitsluitend wijden aan de gewijde muziek", zegt hij zelf; precies of hij dit niet gedaan had, gedurende zijn gehele leven.

Het programma dat Lemmens toen voor zijn school heeft opgesteld is thans nog geheel actueel en het is een levensmotto voor ieder kerkorganist of kapelmeester. Ik citeer alleen volgende passus uit dit programma, waar Lemmens zich richt tot de leerlingen:
"Wanneer de ziel in U zal groot zijn, de inbeelding vurig, het hart warm, de geest klaar, de hand geoefend; wanneer uw machtige begaafdheden, ontroerd en bezield door het ideaal, in U ten dienste zullen staan door de behaalde handigheid en de hardnekkige verduldigheid die een deel is van het genie; wanneer gij zult zingen gelijk Fra Angelico zou geschilderd hebben, zoo zijn eeuw hem het penseel van Raphaël had kunnen schenken; en gelijk Raphaël zou geschilderd hebben, hadde hij in zijn ziel het ideaal van den Engel van Fiesole kunnen bewaren; alsdan, maar alsdan alleen, kunt gij in onze kathedralen het orgel bestijgen. En de staf van den kapelmeester zal U door de eenparige wenschen van de vrome menigte in zijn handen gegeven worden, wanneer in U volmaakt zal zijn: de man der kunst en de man der kerk!"

Lemmens was niet alleen een verfijnde mens in zijn omgang en manieren, maar door zijn vele reizen, zijn contact met een verscheiden milieu, en zijn omgang in vele intellectuele middens, was hij een gecultiveerd en algemeen ontwikkeld man.

Zijn Vlaamse taal bleef hem lief, en hij bezat haar in de fijnste schakeringen. Daarbij sprak hij uitstekend Engels, elegant Frans, tamelijk goed Duits en verstond opperbest Latijn.

Ten slotte huldigen wij in J. N. Lemmens de vrome Kempenaar uit het stille dorp van Zoerle-Parwijs, die zijn geboortegrond nooit heeft verloochend. Het zal wel te danken zijn aan de taaie werkkracht en het koppig doorzettingsvermogen, dat de Kempenaars eigen is, dat Lemmens zoveel mocht realiseren in zijn leven. Dat hij zijn geboortegrond trouw bleef, bewijst voor zijn groot menselijk gevoel. Inderdaad het sap, dat men als kind van de buiten in de Kempen heeft opgezogen, volstaat om een geheel leven te bevruchten.

Ik kan me persoonlijk levendig voorstellen, dat Lemmens in de grond, dikwijls de stilte van zijn geboortedorp zal verkozen hebben boven het succes van zijn orgelconcerten. Weinige mensen begrijpen hoe zwaar het concertleven is, wijl zij alleen blijven stilstaan bij het uiterlijk succes en loftuitende persartikelen. Het is echter eerder een harde roeping en een zware plicht, die men op zich neemt, en die steeds hogere geestelijke en lichamelijke eisen stellen. Wanneer men dan van stille kleine dorpsjongen – waar mensen aan de zelfkant leven – tot wereldburger wil uitgroeien, moet men buiten de muziek om, honderden zaken op zichzelf veroveren om tegen die taak voor een gans mensenleven opgewassen te zijn. Daarom gaat niets boven de heilzame stilte en de vrome rust van onze Kempen. Dit zal Lemmens ongetwijfeld meer dan wie ook, meermalen op zijn kunstreizen hebben ondervonden en beleefd. Ook daarom is onze dank aan hem zo groot, omdat hij niet versaagd heeft aan zijn plicht, de rijke talenten die hij van O.L. Heer ontvangen had, veelvoudige vruchten te doen dragen.

Na een zeer gevuld leven is J. N. Lemmens in de ouderdom van acht en vijftig jaar gestorven op zijn kasteel te Zemst, in de nabije omgeving van zijn orgelschool te Mechelen. Zijn laatste woorden waren een synthese van zijn gehele leven: Te Deum Laudamus. Aan zijn wens, te mogen begraven worden op de plaats waar zijn wieg stond, onder de schaduw van deze dorpstoren, werd voldaan.

Ik wil deze hulde niet besluiten met de traditionele woorden: "Dat hij rusten moge in vrede", maar wel met de vurige wens: dat zijn voorbeeld, zijn werk en zijn ideaal blijve leven onder ons. Het is zelfs meer dan een nationale plicht aan ons allen hier vergaderd bij zijn laatste rustplaats, er voor te zorgen dat zijn werk en traditie met liefde bewaard en in ere worde voortgezet. Dat beloven wij plechtig en met heilige ernst! Amen!

FLOR PEETERS