Ga verder naar de inhoud

Höflich-uitgave: Alla Marcia. Rhapsodie pour orchestre d'instrument à cordes (1890)

Jan Dewilde

Paul Gilson liet een groot en gevarieerd oeuvre na waarin zowat alle genres vertegenwoordigd zijn. Het zwaartepunt ligt wel op de meer dan tweehonderd werken die hij voor verschillende blaasorkesten schreef en, in mindere mate, op een vijftiental werken voor strijkorkest. Met sommige van die werken voor strijkers sluit hij naadloos aan bij de romantische traditie van Edvard Grieg, Peter Tsjaikovski en Antonín Dvořák.

In die traditie past ook Alla marcia, gecomponeerd voor een symfonisch strijkersensemble van twaalf eerste en twaalf tweede violen, acht altviolen, acht cello’s en zes contrabassen. Die bezetting varieert hij met veel zorg door de verschillende instrumentengroepen ‘divisi’ te laten spelen, of het aantal instrumenten te vermeerderen of te verminderen. Ook de verschillende speelwijzen, zoals con en senza sordino, flageolettonen en arco, en een gevarieerde accentuering past hij met veel effect toe. Het werk is gebouwd op een afwisseling en contrastwerking tussen een energiek martiaal thema (ff, rudement accentué) en een lyrische frase (pp, cantabile), thema’s die vakkundig harmonisch worden ingekleurd en motivisch gedefragmenteerd.

Alla marcia werd voor het eerst uitgevoerd op zondag 9 november 1890 tijdens de jaarlijkse prijsuitreiking van het Conservatoire royal in Brussel; Emile Agniez (1859-1909) dirigeerde een strijkersensemble van het Conservatorium. Het werk werd gepubliceerd door Maison Beethoven in Brussel.

Gilson stuurde een partituur van het werk aan César Cui (1835-1918), met wie hij composities uitwisselde en een drukke correspondentie voerde. In een brief van 10 maart 1893 drukte Cui zijn appreciatie uit: ‘Votre Alla marcia est d’une superbe allure et d’une superbe sonorité; le deuxième thème est délicieux.’ De partituur met een handgeschreven opdracht van Gilson wordt bewaard in de bibliotheek van het Rimsky-Korsakov Conservatorium in Sint-Petersburg.

Later bewerkte Gilson het werk voor symfonisch orkest; die autograaf wordt bewaard in het Fonds Paul Gilson in de Brusselse Conservatoriumbibliotheek.

Jan Dewilde (met dank aan Jaak Van Holen)

Een facsimile van de uitgave door Maison Beethoven werd eerder in deze reeks gepubliceerd (The Flemish Music Collection, 528). Deze uitgave werd geëditeerd door Stijn Saveniers voor een uitvoering op 21 mei 2021 door het Orchestre Philharmonique de Liège o.l.v. Karel Deseure. In deze partituur zijn enkele inconsequenties uit de oorspronkelijke uitgave weggewerkt.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2604, 2021].