Ga verder naar de inhoud

Rentrée de la procession (Terugkeer van de processie)
La danse (De dans)
Scène des buveurs (Scène van de drinkers)
Idylle (Idylle)
Kermesse flamande (Vlaamse kermis)

De schilderkunst, uit heden en verleden, is een inspiratiebron waaraan Vlaamse componisten zich sinds de negentiende eeuw graag en gretig laven. Zeker in de tweede helft van de negentiende eeuw, onder invloed van het muzieknationalisme, werden oude schilders muzikaal gecelebreerd. Leven en werk van David Teniers (1610-1690) inspireerde rond 1860 Florimond Van Duyse (1843-1910) tot de operette Teniers te Grimbergen; Hendrik Waelput (1845-1885) schreef in 1871 een cantate voor de inhuldiging in Brugge van het standbeeld voor Hans Memling (ca. 1430-1494); Peter Benoit (1834-1901) componeerde een openluchtcantate voor het derde eeuwfeest van de geboorte van Pieter Paul Rubens (1577-1640) en Émile Wambach (1854-1924) wijdde in 1899 een opera aan Quinten Matsys (1465 of 1466-1530). Een schilder als Pieter Bruegel ‘de oude’ (1525-1569) blijkt vooral in de twintigste eeuw componisten te hebben aangesproken. Naast Michel Brusselmans pleegden nog verschillende Vlaamse componisten Bruegel-composities: Renier Van der Velden (1910-1993) componeerde in 1949 het ballet Dulle Griet (naar Bruegels gelijknamige schilderij); Robert Herberigs (1886-1974) schreef in 1956 het orkestwerk De vier jaargetijden (naar Bruegel); Daniel Sternefeld (1905-1986) doopte zijn tweede symfonie uit 1983 Bruegel-symfonie en in 1989 noemde André Laporte (1931) een concertouverture naar het schilderij De ekster aan de galg. En dit is dan nog maar een beperkte selectie.

Als broer van kunstschilder Jan Brusselmans en vriend van James Ensor was Michel Brusselmans sterk geïnteresseerd in schilderkunst. In zijn Scènes Bruegheliennes liet hij zich eerder inspireren door die typische ‘Bruegeliaanse sfeer’ dan door concrete schilderijen van de oude meester. Hij componeerde hier een gevarieerde suite van vijf typische taferelen uit het bonte dorpsleven die uit schilderijen van Bruegel weggeplukt lijken. Maar ‘Breugeliaans’ – volgens het woordenboek: "met gedachte aan bonte bevlogenheid en realistische uitbeelding van het dorpsleven" – is bij Brusselmans nergens synoniem van ‘boertige leut’, zelfs niet in het koddige drinktafereel of de Vlaamse kermis. Hier en daar duiken wel reminiscenties aan Vlaamse volksliederen op.

Scènes Bruegheliennes is een bij momenten filmische partituur en dat is niet verwonderlijk van een componist die jarenlang aan de kost kwam als componist van filmmuziek voor de Parijse uitgever Salabert. De 'stock music' die hij voor Salabert componeerde, werd gebruikt in talloze films, bijvoorbeeld in The Mummy, een horrorfilm uit 1932 met Boris Karloff in de hoofdrol.

Op elke bladzijde etaleert Brusselmans zijn grote orkestratiekunst. Die laatste vaardigheid dankte hij ongetwijfeld aan zijn leraar Paul Gilson, aan wie hij dit werk dan ook heeft opgedragen.

Herdruk van een kopie uit de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen. Voor het orkestmateriaal, gelieve u te wenden tot de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium.

Dewilde, J.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 524, 2006].