Ga verder naar de inhoud

Höflich-uitgave: Symfonie nr. 4 in H (si groot) (1950) van Jef van Hoof

Luc Leytens

In de opbouw van verschillende meerdelige werken van Jef van Hoof kan een groeiende tendens worden waargenomen naar een zogeheten monothematiek. Met deze term wordt bedoeld dat één thema domineert en een belangrijke rol vervult in zowat elke beweging, uiteraard aangepast aan de wisselende stemmingen. Nergens is deze optie zo duidelijk als in de vierde symfonie in H (si groot), die overigens, net als alle andere, de klassieke vierdeligheid respecteert. Het werk werd voltooid op 18 december 1950 in het Spokenhof, de mooie historische woning van de componist te Boechout.

Het hoofdthema, in de ware zin van het woord, vormt helemaal geen hinderpaal voor een boeiend en echt symfonisch discours. Na een zeer korte langzame inleiding van drie maten (lento) wordt het aangezet in de hobosolo, waarmee de hoofdbeweging van het eerste deel (moderato) begint. Het bloeit open, achtereenvolgens in de klarinet en de cello’s, om daarna het hele orkest te veroveren. Het vertoont een zacht, wiegend karakter (grazioso, 6/8) alvorens ook forsere allures aan te nemen. In het vrij melancholische trage deel, adagio – molto espressivo (doloroso) in sol klein, overheersen vooral de strijkers en het hout.

Zeer kenmerkend is het vurige, obsederende en humoristische scherzo in mi mol klein, als zo vaak bij Jef van Hoof, in de maat van 5/4. Het koper en vooral ook het uitgebreide slagwerk krijgen er treffende passages te verwerken. Het thema blijft hier meer in de schaduw van de imponerende ritmiek. In het laatste deel (vivo, 2/4) met terugkeer naar si groot, wordt het thema opgeruimd en triomfantelijk.

De vierde symfonie werd bijna een jaar na haar voltooiing voor het eerst uitgevoerd in Studio 4 van het toenmalige radiogebouw aan het Flageyplein te Elsene-Brussel, namelijk op zondag 4 november 1951. Dit gebeurde tijdens een concert dat de componist werd aangeboden ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag. Het Symfonieorkest van het N.I.R. (Nationaal Instituut voor Radio-omroep) werd gedirigeerd door Daniël Sternefeld. De manifestatie werd tevens rechtstreeks op de radio uitgezonden. Het succes was uitbundig, ook in de pers. Vrij vlug volgden er twee uitvoeringen in het buitenland, namelijk in Nederland, op 17 en 18 januari 1952 te Alkmaar en te Haarlem door de Haarlemse Orkestvereniging onder leiding van Marinus Adam.

Deze symfonie werd op cd uitgegeven met het BRTN Filharmonisch Orkest, Brussel op het label Phaedra. De opname kwam tot stand in mei 1986 op de plaats waar ze destijds gecreëerd was. Het BRTN Philharmonic Orchestra, Brussels, stond toen onder leiding van Fernand Terby. Zij verscheen in vol. 13 van de reeks ‘In Flanders’ Fields’, Phaedra ADD 92013 (duurtijd 31’54”).

Het autografische manuscript wordt bewaard in het Letterenhuis te Antwerpen (signatuur: 154.087).

Luc Leytens

Deze partituur werd gepubliceerd in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be). Voor het orkestmateriaal, gelieve u te wenden tot de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen.

Leytens, L.: [Nederlandse inleiding bij Höflich-cataloognummer 2530, 2016].