Mailly, Alphonse

Jan Dewilde

Alphonse Mailly studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Lados (notenleer), Bosselet (harmonie), Michelot (piano), Girschner en Lemmens (orgel). Daarnaast studeerde hij nog compositie en orkestratie. Hij behaalde eerste prijzen notenleer (1847), piano (1850) en orgel (1854).

Na zijn studies werd hij pianist-begeleider in de Munt en organist van de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Finisterraekerk in Brussel, waar sinds 1848 een Loretorgel stond. Al vlug had hij een grote faam als concertorganist. Hij werkte ook mee aan verschillende uitvoeringen van de Quadrilogie religieuse van zijn studiegenoot en vriend Peter Benoit. Daarnaast bouwde hij een internationale carrière als orgelvirtuoos uit. Nadat hij op 8 maart 1858 in Parijs had geconcerteerd noemde Berlioz hem: "L'un des plus savants virtuoses que l'art moderne du grand orgue ait produits". Verder speelde hij onder meer in Londen en Amsterdam.

In 1861 werd Mailly pianoleraar aan het Brusselse Conservatorium en acht jaar later volgde hij zijn leraar Jacques-Nicolas Lemmens op als orgelleraar. Dit was enigszins tegen de verwachtingen omdat Lemmens' assistent Jozef Tilborghs algemeen als nieuwe leraar was getipt. Mailly was een uitstekend pedagoog die leerlingen als Léon Dubois, August De Boeck, Adolphe Wouters, Léon Jadin en Alfred Mahy opleidde.

In 1869 werd hij organist van de Karmelietenkerk in Brussel, waar dankzij zijn hoogstaande orgelspel veel volk naar de hoogmis van 11 uur kwam.

Mailly bleef tot op hoge leeftijd concerteren. Hij was ook een gewaardeerd adviseur bij de orgelbouw. Zo was hij nauw betrokken bij de bouw van het Cavaillé-Coll-orgel in de concertzaal van het Brusselse Conservatorium. In 1903 ging hij met pensioen als orgelleraar: hij werd opgevolgd door Alphonse Desmet.

De Sonate nr. 1 voor orgel werd een van Mailly's bekendste werken en kende onder andere in Engeland een grote populariteit. Naast werken voor orgel, harmonium en piano schreef hij ook kamermuziek.