Ga verder naar de inhoud

Antwerpen, 1895-1966. Studeerde aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van zijn geboortestad. Overigens autodidact. Van 1944-1948 en 1953-1958 directeur van de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen.

In de gehele evolutie die deze heldere en scherpe geest heeft doorgemaakt is het zoeken naar een eigen, levende uitdrukkingskracht duidelijk zichtbaar gebleven. Want zelfs wanneer men aanvaardt dat 'abstract' en 'experimenteel' fundamentele kenmerken van de kunst van Baeyens zijn, dan zij hierbij ook aangetekend, dat deze kunst toch bovenal absoluut onafhankelijk wil zijn. Dit zelfstandig muzikaal denken was steeds het belangrijkste streven van de componist. Noch de atonaliteit, noch de polytonaliteit - begrippen die in het begin van deze eeuw nieuw waren en furore maakten, - hebben hem als dusdanig aangesproken. De duidelijke bi-tonaliteit van de Drie Chinese liederen mag toevallig heten. Wel heeft Baeyens deze nieuwe verworvenheden reeds zeer vroeg en grondig bestudeerd. Hij heeft er zich datgene van eigen gemaakt dat hem voor zijn eigen stijl bruikbaar leek. Dit alles heeft hem in staat gesteld merkwaardige werken te schrijven, zoals een belangrijke serie kwartetten en symfonieën, die tot het beste behoren wat de Vlaamse muziek heeft voortgebracht.

De muziektaal van deze spirituele Antwerpse meester is doorgaans bijzonder klaar, soms uiterst somber, zoals in de Piranesi suite, dan weer weelderig van opzet, zoals in de radio-opera Coriolanus en sommige van zijn symfonieën. Men zou hem dan ook, om zijn zuiverheid en gestrengheid, classicus kunnen noemen; zijn muziek pleit wel voor een dergelijke uitspraak, hoewel dit niet uitsluit dat er af en toe een toets van bewust ingehouden romantiek bijkomt. Vooral kenmerkend voor de kunst van Baeyens zijn zijn ideeën, die steeds zeer scherp uitgewerkt en duidelijk omlijnd zijn, dit alles gedragen door een gedegen techniek en diepe zinrijkheid.

Belangrijke werken
1. Orkestraal: 5de Symfonie; Concert voor altviool; Concert voor hoorn.
2. Instrumentaal: Blaaskwintet.
3. Vokaal: Vijf Van Ostayenliederen; Coriolanus (radio-opera); Lofzang aan de haven.